‘Iets kantelen’. Een blog over hoe er in Jeroen’s leven tijdens zijn ontwikkeling van kind tot volwassene er steeds ‘iets’ tussen kwam. En wat is ’tussen’? Dat laat zich ook lastig definiëren.
Hoe ik als kleine jongen van zes ontdekte dat er ‘iets’ niet klopte. Hoe ik dat ‘iets’ kon aanvoelen, ook omdat dit ‘iets’ onveilig was. Hoe dat onveilige ‘iets’ zich in ons gezin had genesteld en daarmee ook in mij. En hoe ik er steeds achterlangs en tussendoor bewoog.
Zat dit ‘iets’ in mijn genen? In mijn lijf, in mijn hoofd, in mijn gedachten? En zit het ook in mijn hart en zelfs in mijn ziel? En wat is dit ‘iets’ dat ik kan uitwisselen tussen mij en de ander?
Dit ‘iets’ noemen we met een mooi woord ’trauma’
Ik droeg iets in mij mee en naarmate ik groter werd, groeide dit ‘iets’ ook groter. Het overzichtelijke gezinssysteem van zes personen, maakte plaats voor een klas op de basisschool van bijna dertig personen. Was dit ‘iets’ hier ook aanwezig?
Met mijn fijngevoelige ‘iets’-antennes kon ik ook voelen wat wél positief was. Liefdevolle zaken kon ik er zelfs mee voelen, zoals erbij horen, harmonie, veiligheid en flow.
Het systeem werd nog groter, de middelbare school. En daar kwam dit ‘iets’ pas echt tot uiting. Ik ging er voor het eerst het gevecht mee aan. Oorlog voeren tegen een oorlog in mij.
Die strijd verloor ik, want ik was niet sterk genoeg om dit ‘iets’ te te dragen of te verslaan. Dat kon ook niet, want dit ‘iets’ was voor mij nog niet zichtbaar genoeg.
Als ik iets van een ander aanvoelde, was het daarmee van mij? Hoe kon ik op een bewuste manier iets kantelen?
Het zat zowel in mij als in mijn omgeving. Wanneer ik mijn trauma had weggepoetst, bleek ik daarna meer ruimte te hebben om groter trauma uit mijn omgeving in me op te nemen.
Verschillende keren ben ik in mijn leven de strijd aangegaan met dit inmiddels te groot gegroeide ‘iets’. Ik werd hulpverlener en ging bij andere mensen op bezoek die ook ‘iets’ hadden. We gaven er samen woorden aan en dat verlichtte ‘iets’. Gek genoeg werd het zware trauma een hoopvol ‘iets’.
In het grote geheel van de allesomvattendheid van wat het leven is, nemen we gaandeweg in ons leven allemaal ons eigen trauma mee in de tijd. Het nestelt zich tussen ons, in alle systemen, van klein tot groot: van gezin, tot organisaties, in de politiek, op de markt…
Overal waar mensen elkaar treffen, wisselen we onbewust trauma uit. Alsof het boven onze hoofden meelift, zonder dat iemand het ziet
‘Iets’ wat zwaar is, valt vroeg of laat een keer terug op de aarde. Iets wat in het donker ligt verscholen, komt vroeg of laat een keer in het licht te staan. Beide bewegingen gebeuren naast elkaar en daarmee is er altijd een natuurlijke balans. Zodra je het zware omdraait komt het licht tevoorschijn. Wanneer er geen licht meer is, wordt iets te zwaar.
Er is een moment in mijn leven geweest dat ik ‘alles’ had verloren. Toen ontstond er een ‘iets’ dat overbleef: een allerlaatste restje ondeelbaar iets. En dat restje was ik zelf. En mét dit kleinste stukje kapotgeslagen ‘zelf’ besloot ik vrienden te sluiten. Ik draaide dit ‘iets’ om en het werd weer licht in mij.
Zo ben ik vijf keer in een psychose weer terug op de aarde gevallen. Ondertussen ontstond er langzaamaan een deel in mij dat groter en sterker werd:
Uit het ‘niets’ groeit hoop, rust en vertrouwen
We leven in een snelle tijd waar er veel tegelijkertijd kantelt. Voortdurend kantelen we elkaar. En dat zorgt voor veel spanning in een wereld die door ingewikkelde zaken, te ingewikkeld lijkt om te kunnen ontdekken hoe eenvoudig leven in wederzijds vertrouwen kan zijn.
Voor mij is deze les de mooiste: ‘iets’ kantelen op essentië? Dat hoef ik in alle eenvoud maar één keer te doen. Hopelijk lukt het me, om die les één keer te leren. Om mijn wereld vervolgens nooit meer om te hoeven draaien.
Geef een reactie