Een jaar of drie geleden zei ik, na enig intern conflict en wat over en weer gebakkelei met mijn psychiater, ‘vooruit dan maar’ tegen de pillen. Het was niet de eerste keer dat het pillenvraagstuk ter tafel kwam, wel de eerste keer dat ik instemde. Ik ben altijd fel tegen het gebruik van antidepressiva geweest, voornamelijk omdat ik het chemische troep vond en mezelf al 20 kilo zag aankomen. Een ‘dingetje’ wat destijds nogal gevoelig lag.
Zo gevoelig dat ik liever dood was dan 20 kilo zwaarder en gelukkig(er)
Eigenlijk vond ik de mentale consequenties van vijf kilo zwaarder al niet te overzien. En op internet las je het overal, over die plus 20 kilo door antidepressiva-gebruik. Dikke doei, zei ik dan ook steevast als het pillenvraagstuk weer eens de revue passeerde. Dan maar ongelukkig.
Tot drie jaar geleden dus, toen er iets te veel ellende in korte tijd plaatsvond, ik nauwelijks nog sliep en zelf ook wel vond dat er iets moest gebeuren. In therapie was ik toen al, maar alleen praten was niet meer genoeg. Voor mijn gevoel had ik niet veel meer te verliezen en dus stemde ik in met het voorstel om antidepressiva op z’n minst een kans te geven.
Toen ik voor de eerste keer met een recept richting apotheek ging om mijn medicatie op te halen schaamde ik me dood
En al die keren daarna trouwens ook. ‘Oh, daar heb je der weer één hoor’ zag ik ze dan denken.
Antidepressiva heeft toch een beetje een loser-imago. In ieder geval in mijn hoofd, toen. Het voelde voor mij ook steeds alsof ik keihard gefaald had, als ik om de zoveel maanden weer nieuwe medicijnen kwam halen. Alsof ik niet hard genoeg mijn best had gedaan om mijn innerlijke demonen zelf te bestrijden, de strijd opgegeven had en nu voor de ‘easy way out’ koos.
Niet dat er zoiets is als een ‘easy way out’ als het op psychische problemen aankomt, overigens
Starten met die pillen vond ik spannend. Wat zou er in vredesnaam met me gaan gebeuren?
Het leek mee te vallen, op de Parkinson-verschijnselen na dan. Ik heb me een week duizelig en vreemd in mijn hoofd gevoeld, alsof de wereld sneller ging dan ikzelf, maar dat ging vrij snel over. Wat bleef was de zogenaamde tremor (trillen), die soms zo erg was dat ik niet meer kon schrijven, laat staan met een lepel soep eten. Mijn handen stilhouden was er sinds ik pillen slikte officieel niet meer bij, wat regelmatig tot vreemde blikken van omstanders leiden (‘Nee ik ben niet aan de drugs. Of nou ja, misschien toch wel…’).
Toen ik na een tijdje in overleg met mijn psychiater de dosering ophoogde, gingen op den duur niet alleen mijn handen trillen, maar zo af en toe mijn hele lijf. Ik kreeg last van een soort elektrische schokken in mijn armen en benen en toen de apotheek ook nog een geintje uithaalde door me opeens een ander merk medicijnen mee te geven (‘Dit is echt precies hetzelfde hoor mevrouw’) ging het mis.
Ik kreeg last van hartkloppingen, voelde me super onrustig en mijn stemming dook binnen no time onder het vriespunt.
Gevalletje serotonine-vergiftiging, zo bleek niet veel later
Serotonine is een neurotransmitter, een stofje in je hersenen die onder andere betrokken is bij de regulatie van je stemming. Te weinig serotonine kan tot depressieve klachten leiden, teveel tot een heuse serotonine-vergiftiging (ook wel serotoninesyndroom genoemd). Dit kan ontstaan als de serotoninespiegel in het bloed te hoog wordt door het gebruik van bepaalde medicijnen of drugs. Wanneer en bij wie dat gebeurt is niet helemaal duidelijk, ieder lichaam werkt anders.
In mijn geval had ik waarschijnlijk een te hoge dosering geslikt en brak mijn lichaam de stof te langzaam af.
Ik had gelukkig een fijne en betrokken psychiater die me hielp om de situatie weer onder controle te krijgen en na een aantal weken was ik alle heftige klachten kwijt en goed ingesteld op een lagere dosering. Die dosering heb ik nog bijna twee jaar geslikt, tot ik een maand of twee geleden besloot dat ik wilde gaan afbouwen.
Na drie jaar pillen slikken ben ik eigenlijk wel benieuwd hoe ik me voel zonder antidepressiva
Met mijn psychiater stelde ik een afbouwschema op en plannende een aantal evaluatiemomenten in voor de komende tijd. Ik dacht het wel even in een maand of twee te gaan fixen, dosis halveren, nog een keer halveren en klaar, maar daar dacht zij anders over.
Als je jezelf geen onnodig risico op een (flinke) terugval gunt, geldt: bouw langzaam af. Indien nodig: heel langzaam
Zes tot acht maanden, dat vond zij een beter idee.
Inmiddels zijn er twee maanden om waarin ik mijn dosis gehalveerd heb. Het trillen van mijn handen is sindsdien beter, wel merk ik sinds kort dat het weer donkerder voelt in mijn hoofd, en zwaarder. Mijn psychiater had me er al op voorbereid dat afbouwen soms gepaard gaat met een tijdelijke toename aan depressieve klachten, en dat dus geen reden is voor paniek. Na drie jaar chemische serotonine-toevoer moet mijn lichaam zelf weer aan de slag, en dat is gewoon even wennen.
Wennen, maar ook een uitnodiging om mijn geluk en ontspanning weer vaker in kleine, alledaagse dingen te gaan vinden.
Geef een antwoord