Als tweeëntwintigjarige schreef ik een gedicht over mijn vader en mij. Op een creatieve manier was dit vier jaar later een terugblik op mijn eerste psychose in 1992. Nu ik zoveel jaren later dit teruglees, valt er veel uit te halen.
Het sluit aan bij wat er inmiddels bekend is over psychosegevoeligheid: als psychosegevoeligheid in de familie zit, dan is de kans aanwezig dat je de gevoeligheid zelf ook hebt . Maar ook het feit dat de opvoeding die ouders zelf hebben gehad, weer doorwerkt op de opvoeding van de kinderen. Onbewust kan een gevoeligheid voor psychose worden overgedragen. En dat is precies wat er destijds was gebeurd.
De wind, de wolken, de regen, de zon
De wind brengt ons wolken met regen.
De wind verdrijft de wolken en brengt ons weer zon.
Ik zat in de schaduw van een grote boom
Hij heeft het nodig, de regen, de zon
Vooral als klein plantje, toen hij net begon
Hij had geen schaduw van een grote boom
Hij had alleen zijn droom om te groeien
Groot en sterk, ik profiteer nu van zijn werk
Oké. Het leven had pech
En voor even zijn je bladeren verdwenen
Maar tegen je stam aan kan ik nog pitten
Beide waren we even ‘weg’
Of ben je nog steeds verdwenen?
Ik moet er wel om wenen
Maar straks als jij je bladeren weer hebt
En weer kan groeien, dan kan ik weer in je schaduw zitten
Of tegen je stam aan leunen, elkaar weer steunen, bloeien
Dan kan ik nog fijner slapen
Wortels zoeken en weer verder groeien
En nog fijner dromen…
Over boeken? Over bomen?
Over de wind, de wolken
De regen, de zon?
Dit is zoals mijn leven
En dit gedicht voor jou
Begon.
Geef een antwoord