De laatste tijd wordt in de media veel aandacht besteed aan zelfdodingen. Meteen na het trieste nieuws komt de mallemolen op gang: talkshows, smeuïge krantenberichten, walgelijke columns en iedereen die zijn zegje erover doet op sociale media. Er worden schuldigen aangewezen, zoals pestkoppen. De ouders, de school, de hulpverleners, … hadden de signalen moeten herkennen. En vaak wordt ook de persoon zelf aan de schandpaal genageld. Dat je van een dak afspringt is tot daar aan toe, maar niet van dát dak!
En daar zit je dan als overlevende. Voor alle duidelijkheid: ik heb nooit een zelfmoordpoging ondernomen. Dat is eigenlijk ‘jammer’, want ik kan mij niet van de indruk ontdoen dat hulpverleners denken: ‘ze is 55+ en ze heeft nog nooit een poging gedaan, dus zal het wel niet meer gebeuren.’ Dat, lieve dames en heren in ggz-land, is een heel gevaarlijke gedachte.
In mijn hoofd kan ‘de ziekte’ groeien als een gezwel en ik heb nog nooit een oncoloog horen zeggen: ‘ze is 55+ en ze heeft nog nooit kanker gehad, dus zal het wel niet meer gebeuren.’
Even een zijweggetje: ik zeg ‘zelfmoordpoging’. Zelfmoord dus. En dat hoort volgens velen niet zo, want dat zou een moreel oordeel inhouden. Een moord is een misdaad. Het woord ‘zelfmoord’ zou suggereren dat dit ook zo is. Maar zo zie ik dat niet. Ik zeg soms ‘suïcide’ of ik schrijf ‘zelfdoding’ in een artikel. Maar dit laatste gebeurt ook steeds minder. Ik vind dat je het niet mooier moet maken dan het is. Als het oorlog is in je hoofd noem je dat ook geen onenigheid, omdat oorlog een naar woord is. En als het mijzelf betreft, noem ik het zoals ik het ervaar. Ik heb namelijk nog nooit gedacht: ‘Ik heb het verlangen om tot zelfdoding over te gaan.’
Voor mij voelt het als een strijd op leven en dood. Oorlog, en vechten of mijn leven ervan afhangt (en dat is ook zo). De persoon die het op mijn leven gemunt heeft, ben ikzelf. En het is een sluipmoordenaar.
Nu weer terug naar de vraag waarom ik mijzelf ‘overlevende’ noem. Omdat ik heel vaak zelfmoordneigingen heb gehad, in alle soorten en maten.
Het is nog maar anderhalf jaar geleden dat zelfmoord onafwendbaar leek. Ik ‘wist’ dat hét ging gebeuren, alleen nog niet wanneer
Ik wilde dat moment zo lang mogelijk uitstellen voor mijn kinderen. Daarom móest ik verder, ook toen er niet veel verder meer was. Ik zwalkte op het randje …
Vroeger zei ik: ‘Als ik zelfmoord zou plegen, zou ik nooit voor een trein springen, want dan bezorg je die machinist een levenslang trauma.’
Nu weet ik dat rationele overwegingen volledig kunnen verdwijnen. Deskundigen noemen dat een ‘bewustzijnsvernauwing’ of ‘tunnelvisie’. Het kan betekenen dat je geen andere uitweg meer ziet. Als je eenmaal in die tunnel zit, kun je op een ‘point-of-no-return’ komen. Die uitweg, of beter gezegd het ontbreken van alle andere uitwegen, heb ik ook voor ogen gehad.
De wanhoop, de ellende, de bodemloze put, … Ik weet het, ik weet het

Toch is er ook een andere vorm van ‘bewustzijnsvernauwing’ of ‘tunnelvisie’. Eentje waar je veel minder over hoort. Men zegt dat mensen het niet meer zien zitten of dat ze denken dat anderen beter af zijn zonder hen. Al die nare gedachten zouden hen tot een wanhoopsdaad brengen. Voor mij kwam er echter een toestand van helemaal niet meer denken.
Een doodswens was er niet, want er waren helemaal geen wensen meer. Wanhoop en ellende voelde ik niet. Ik voelde niets, helemaal niets. Ik was dood van binnen
De vernauwing of de tunnel betrof alleen nog maar de trein. Ik stond op het perron, keek de aanstormende trein in de ogen en bijna werden we één. Dat is linke soep, dat kan ik je wel vertellen. Je maakt geen plannen, je denkt niet na over methodes en consequenties. Ik was alleen doodsbang dat de impuls ‘SPRING!’ sterker zou zijn dan ik. Want op dat moment bestond de machinist niet meer en bestond het deel van mezelf dat de baas is over mijn impulsen ook haast niet meer.
Daarom ben ik een overlevende. Daarom, omdat ik mijzelf niet in een impuls heb vermoord
Is dat het? Zijn er twee soorten zelfmoord: een wanhoopsdaad of een niet te stuiten impuls? Welnee, misschien zijn er wel zoveel als er mensen zijn. Waarom staat dat niet in de krant?
Naschrift:
Het gaat nu goed met mij. Na een periode van overleven, ben ik weer aan het leven.
Met dank aan mijn behandelaar en 113.nl
Denk je aan zelfmoord? Heb je nu hulp nodig? Chat of bel 113 of gratis 0800-0113
Geef een antwoord