Jim van Os is een herstelgerichte psychiater, hoogleraar psychiatrische epidemiologie en Voorzitter Divisie Hersenen, UMC Utrecht. Hij werkt op het raakvlak van ‘harde’ breinwetenschap, gezondheidszorgonderzoek, kunst en subjectieve ervaringen van mensen met ‘lived experience’ in de GGZ. Jim is ook familielid van mensen met psychosegevoeligheid.
Mijn vriendin functioneert ‘normaal’ als moeder van twee jongvolwassen zonen en heeft een baan. Ze heeft een denkbeeldige relatie met een bekende Nederlander. Ooit werd het als psychose bestempeld en is ze behandeld. Inmiddels gelooft ze niet meer dat het daadwerkelijk een psychose was. Ze denkt dat men dat alleen maar zegt om ermee weg te komen.
Ze haalt veel geluk uit haar fantasierelatie.
Moet ik haar uit de droom helpen terwijl ze er verder niemand mee benadeelt?
Beste A.,
Ik kreeg ooit een oudere vrouw verwezen van de huisarts omdat ze in de kranten allerlei berichtjes zag waaruit bleek dat de Franse zanger Charles Aznavour verliefd op haar was. Toen ik haar vroeg of ze dit ook verteld had aan haar kinderen zei ze, “nee, die denken dat ik gek ben”.
Met andere woorden: als het een geïsoleerd geloof is dat haar of anderen geen nadeel berokkent zou ik niet proberen haar op andere gedachten te brengen. Dat zal waarschijnlijk ook niet lukken. Je kunt wel altijd oprechte socratische (dus geen suggestieve) vragen stellen.
Maar wat je vooral kunt doen is haar vriendin zijn. Dank daarvoor!
Hope this helps,
Jim
