Antwoord
Beste E.,
Dank je wel voor je vraag!
Ja, dat is er eentje die echt de kern raakt van hoe we met diagnoses omgaan in de ggz. Jij stelt eigenlijk: als de diagnose “bipolaire stoornis” zó stellig wordt gesteld na één manie, waarom zegt de richtlijn dan dat je nog mag hopen op herstel zonder medicatie? Mooie vraag. En terechte verwarring.
Het antwoord is een beetje gespleten – want het laat precies zien hoe dubbel het denken is in het medische model van psychische aandoeningen. Aan de ene kant wil men met een stellig label duidelijkheid scheppen – “dit is het, u heeft een bipolaire stoornis” – wat rust zou moeten geven. Maar aan de andere kant weet men óók dat één manie niet automatisch betekent dat je de rest van je leven een stemmingsstoornis in stand-by hebt zitten. De biologie is nu eenmaal geen boekhoudsysteem: het is een fluïde, veranderlijk, contextgevoelig mechanisme. En herstel, zelfs volledig herstel, komt best vaak voor – zeker als je bij de eerste episode op tijd in actie komt, én als je breder kijkt dan alleen maar pillen.
Dus waarom staat dat in de richtlijn? Omdat men beseft dat het nogal wat is om iemand bij één manie meteen op levenslange medicatie te zetten. Dat zou net zoiets zijn als zeggen: je hebt één keer je enkel verstuikt dus vanaf nu krijg je elke dag preventief krukken. De richtlijn probeert ruimte te laten voor mensen om ervaringskennis op te bouwen – om dus hun eigen kwetsbaarheid te leren kennen, patronen te herkennen, en ook te kijken of en wanneer medicatie (nog) nodig is.
En dan jouw volgende vraag: is er na meerdere manieën dan geen hoop meer op een stabiel bestaan zonder medicatie? Nou, hoop is er altijd. Alleen: de kans dat je opnieuw een episode krijgt neemt helaas wél toe bij herhaling. En de schade van die episodes – op werk, relaties, lichaam, brein – kan ook toenemen. Dus dan gaat het gesprek meer over risico en veerkracht: kun je het risico dragen? Heb je een vangnet, een goede structuur, een betrokken hulpverlener, iemand die jou helpt met het afbouwen (als dat al aan de orde is), en het opvangen van signalen?
In de praktijk zie je dat mensen na één manie vaak wat meer speelruimte krijgen van hun behandelaar. Maar als je er meerdere hebt gehad, wordt men terughoudender – ook omdat de impact op je leven dan meestal zwaarder is geweest. Maar dat betekent niet dat je per definitie levenslang lithium moet slikken. Het betekent alleen dat je, als je zou willen afbouwen, dat dan heel voorzichtig en in nauwe samenwerking met een arts moet doen. En liefst met veel aandacht voor lifestyle, stressmanagement, ritme, en – héél belangrijk – betekenisgeving. Dus niet alleen denken: “hoe voorkom ik de volgende manie?”, maar ook: “wat wil ik met mijn leven, en hoe richt ik dat in op een manier die past bij mijn gevoeligheid?”
Want laten we wel wezen: wat we “bipolaire stoornis” noemen is in wezen een soort stemmingsgevoeligheid die bij de een heftiger tot uiting komt dan bij de ander. De term stoornis geeft het gevoel dat het iets is wat je bent, maar het is iets wat je hebt, in bepaalde omstandigheden. En die omstandigheden kun je leren kennen, beïnvloeden, of vermijden. Dat is het werk van herstel.
Dus ja: zelfs na meerdere episodes is herstel mogelijk. En stabiliteit ook. Maar dan moet je wel eerst weer even het stuur terugpakken van die diagnose – die is bedoeld om je te helpen, niet om je vast te pinnen.
Hope this helps, en kijk vooral ook verder op PsychoseNet voor meer informatie. Mocht je meer intensief contact willen, dan kun je ook terecht op onze chat.
Greetz Jim
Beantwoord door: Jim van Os op 12 mei 2025