Lotje probeert onzekerheid en kwetsbaarheid te omarmen, maar doet dat met tegenzin. Het is veel fijner om je sterk te voelen. “Maakt die keuze om een hulpverlener op te zoeken mij ziek? Dan is er toch niks aan de hand?”
De labels lijken voor een deel overboord gegooid. Veel psychiaters willen af van de DSM als leidraad bij een behandeling en willen een meer menselijke maat. Ook volgens Berend van der Kolk moeten we het meten beperkt houden in organisaties waar een missie, zoals goede zorg leveren er één is, voorop staat. Al dat meten heeft ongewenste neveneffecten. Maar we lijken toch kennis nodig te hebben. Hoe ziet die er dan uit?
Ik kan mijn hoofd breken over kwetsbaarheid
Liever word ik empowered en zit ik in een situatie waarin mijn ‘beperkingen’ normaal zijn. Dat was met meetbare labels moeilijk, maar ook zonder meetbare labels voel ik me soms aan de rand van de maatschappij staan. Ik voel daar wat cognitieve dissonantie over, over mijn psychische kwetsbaarheid. Ik heb er tegengestelde opvattingen over die leiden tot interne spanning omdat ze niet consistent zijn.
Zo dwingt de overheid om te kijken naar je psychische kwetsbaarheid als een beperking
Je hebt een label nodig en een soort schaderapport, anders krijg je geen uitkering. Mensen gaan deze labels internaliseren maar beschadigen zichzelf daar extra mee. In een systeem waarin je je moet laten afschrijven om hulp te krijgen of gehoord te worden ga je nooit optimaal functioneren. Die donkere, stigmatiserende kant wordt niet altijd doorvoeld door beleidsmakers. Gelukkig heb ik me hier verre van kunnen houden. Ik hoef geen uitkering te hebben, want mijn man verdient genoeg. Maar daar zou mijn zelfbeeld niet van afhankelijk mogen zijn. Net zomin als het afhankelijk zou moeten zijn van hoe positief of negatief ik omga met mijn psychische kwetsbaarheid.
Ik denk dan: wat heb ik nou?
Ik ben snel moe, regelmatig angstig en soms zit mijn hoofd in een grijze, verwarrende wolk van piekers. Dan zit ik in de glazen stolp. Ik huil snel, beeld me soms dingen in die er niet zijn en heb moeite met competitie en de prestatiemaatschappij. Ik ben snel van slag. En regelmatig praat ik met een hulpverlener om gerustgesteld te worden. Beschrijvende diagnostiek. En misschien is het zo dat alleen de laatste twee zinnen van mij een ‘patient’ maken. Maakt die keuze om een hulpverlener op te zoeken mij ziek? Dan is er toch niks aan de hand? Daar zit voor mij geen stigma op. En toch ben ik jaloers op mensen die geen hulpverlener nodig hebben, die mensen met de vanzelfsprekendheid dat hun hoofd het doet. En ik kan me er aan ergeren. Aan al dat weten.
Onze cultuur suggereert dat psychische kwetsbaarheid een keuze is
De boeken die ik plaatste als redacteur van PsychoseNet over dat thema genereren veel instemming. Het boek van Pia Callesen of Edith Egers. Er is inderdaad nog geen gen of stofje in de hersenen gevonden, dus het is fijn als we dingen toch kunnen verklaren. Maar toch is het een misvatting te zeggen dat mensen met een psychische kwetsbaarheid de verkeerde keuzes maken, dat weten veel hulpverleners ook wel. Ik houd het meest van de herstelverhalen waarin er niets hersteld wordt. Je leert ermee leven. Herstel is misschien een kwestie van geluk. Letterlijk.
Toxic Positivity
Misschien hoort Lijden bij het Leven en leidt de zoektocht om iets positiefs te framen je af van acceptatie van je gevoelens. Dus je kunt ook gewoon accepteren dat iets soms #ffhelemaalruk is. Vind ik een zeer goed punt. Help niet echt, maar is wel zo.
Psychische kwetsbaarheid als een spirituele crisis waarna post-traumatische groei volgt
Dat van die spirituele crisis kan ik wel volgen, maar de post-traumatische groei hypothese daar heb ik wel moeite mee. Ik moet dan denken aan een artikel in de Trouw enkele jaren geleden dat ging over spiritueel narcisme. Mensen die zich beter voelen dan anderen omdat ze wakker zijn. Omdat zij yoga doen, wel mededogen hebben en bezig zijn met dingen die écht belangrijk zijn. Voordat je het weet pretendeer je oordeelloos te leven. Daar geloof ik niet in, dat mensen dat kunnen. Maar misschien is het proberen de moeite waard.
Kwetsbaarheid als kracht
Sinds ik open ben over mijn mentale gezondheid heb ik met mensen wel andere gesprekken. Het is makkelijker geworden om complexe zaken te bespreken. Maar het is wel allemaal persoonlijk. We hebben het niet over de complexe zaken van werk, maatschappij of politiek. Dus op die vlakken vind ik het helemaal niet zo tof om kwetsbaar te zijn, want dat belemmert me er in. Ik ben geen zakelijk type. Dat lijkt me makkelijker, om een zakelijk type te zijn.
(Hoe) probeer jij je psychische kwetsbaarheid een positieve plek in je leven te geven? Of doe je dat misschien juist helemaal niet? Laat een reactie achter in de comments.
Geef een reactie