Lotje beschrijft hoe ze haar verhaal gedurende haar leven vertelt en verandert. “Heb ik ‘psychosegevoeligheid’ nog nodig als excuus of past het niet meer bij me?”
Mijn psychoses kreeg ik in 2003 en 2005. Hallucinaties en het horen van stemmen. Daarna nog korte wanen in 2008 en 2012. Het was duidelijk dat ik in het spectrum zat.
Ik heb altijd meer aandacht gehad voor ‘kijken wat wél lukt’
Ogen op de toekomst. Werken als docent. Dat ging redelijk. Hoewel ik tot drie keer toe ben gestopt met werk en alles moest neerleggen. En weer opnieuw moest beginnen. Elke keer vond ik dat verschrikkelijk, dat stoppen. Kinderen; daar ben ik ook nogal onbezonnen aan begonnen. Ik ben intens gelukkig dat de tropenjaren met baby’s en peuters voorbij zijn en dat dat nooit meer terugkomt.
Maar in september ging ik vrijwilligerswerk doen bij PsychoseNet. Een welbewuste keuze om me er wel mee bezig te houden.
En ineens drong de vraag zich op: Wat heb ik nu eigenlijk?
Waarom ‘lukt’ mijn leven niet? Ben ik mijn diagnose?
En ik ging daar enorm over piekeren.
Ik vond dat ik zelf over de diagnose na mocht denken want het is inmiddels duidelijk dat psychiaters en psychologen ook maar hokjes tellen van symptomen die zijn aangemerkt in de DSM. En ze gaan af op wat ik ze vertel. En ik kan zelf mijn verhaal vertellen, veranderen en opnieuw vertellen.
Deze dagen kwam ik tot een conclusie
Mijn psychoses waren na 2012 eigenlijk over. Ik leerde ermee leven. Het belangrijkste medicijn was voor mij levensstijlverandering. Een rustig en stabiel leven leiden. Minder reizen. Geen veeleisende dingen doen. Een stabiele relatie, vrijwilligerswerk, afspreken met vrienden, koken, hardlopen, rust en regelmaat. Aarden.
Ik heb nog wel last van flinke stemmingswisselingen
Ik heb dagen dat ik zo zit te malen in mijn hoofd dat het lijkt op het horen van stemmen. Het is sterker dan mijn wil. Het overheerst mijn uren. Dan ben ik ontzettend blij dat ik een gezin heb en ik moet. Niet dat dat fijn is, maar het is wel goed voor me. Ik moet eten koken, mijn dochter naar de training brengen en boodschappen doen. En ik heb de heerlijke afleiding van mijn vrijwilligerswerk in de rustige uren dat de kinderen op school zijn. Maar soms slaap ik alleen en lig ik in bed de halve dag.
En soms is de wereld prachtig. Dan heb ik positieve energie, geniet intens van mijn hardlooprondje, kan ik grapjes maken.
Ik heb ook last van de antipsychotica
Ik ben vaak slaperig, dat is een bijwerking die bij zo’n 30% van de mensen voorkomt. Ik slaap zo’n 11 uur per etmaal. Maar ook daar kan ik mee leven. Ik zal nooit weten hoe mijn leven is zonder antipsychotica. Ik heb geprobeerd er vanaf te komen maar toen werd ik suicidaal. Dus daar begin ik niet meer aan. Misschien ben ik in een parallel universum actiever, of meer wakker. Maar ik weet ook dat dat een risico voor mij is. Dat is jammer, maar so be it.
Heb ik psychosegevoeligheid nog nodig als diagnose?
Als excuus voor het feit dat het mij niet lukt om een 9 – 5 baan te houden? Die plek in te nemen in de maatschappij? Of moet ik gewoon eerlijk zeggen dat het niet bij me past? Dat ik geen carrieretijger ben en dat ik liever doe wat ik fijn vind in een omgeving die goed bij me voelt? Nee, die diagnose, die hoeft voor mij niet meer.
Geef een antwoord