Antwoord
Hey F., dank voor je vraag!
Ja, dat is zo’n opmerking waar je eerst even van denkt: zei je dat nou echt? En daarna komt de verwarring, en dan de ergernis. Want je voelt dat er iets niet klopt — en je hebt gelijk.
Het is waar dat in sommige studies wordt beschreven dat mensen met een lager IQ (zeg maar: beneden gemiddeld, dus onder de 85) relatief vaker in contact komen met hulpverlening, onder andere omdat ze kwetsbaarder zijn in een complexe maatschappij. Maar om daaruit te concluderen dat “de meeste cliënten in de ggz een laag IQ hebben” is gewoon onzin. Het is kort door de bocht, ongenuanceerd én stigmatiserend.
Sterker nog: wat we in de praktijk zien is dat mensen in de ggz juist vaak bovengemiddeld gevoelig zijn, vaak behoorlijk talig, creatief, intuïtief. Mensen die veel nadenken, die zichzelf analyseren tot in het gaatje, die worstelen met existentiële thema’s. En ja, soms zitten daar ook mensen tussen met een lager IQ of met beperkingen in sociaal begrip of abstractie — maar dat is niet “de meerderheid”. Dat is één van de vele profielen die je tegenkomt.
Het echte probleem is: het IQ-model zegt weinig over hoe iemand zich staande houdt in het leven. Je kunt een hoog IQ hebben en totaal in de war raken. Of een lager IQ en een enorm gevoel voor verbinding en wijsheid. Dus als we cliënten gaan reduceren tot een IQ-getal, dan zijn we niet met zorg bezig, maar met hokjesdenken. En dan verliezen we mensen uit het oog.
Goed dat jij dit benoemt. Want ervaringsdeskundigen zijn keihard nodig om dit soort verstarde aannames in de ggz los te wrikken. Jij brengt dat besef van binnenuit. En dat maakt verschil.
Dank je wel!
Greetz Jim
Beantwoord door: Jim van Os op 25 juni 2025