In de geestelijke gezondheidszorg draait het volgens K. (pseudoniem) te vaak om protocollen en richtlijnen. Maar wat als we psychisch lijden niet uitsluitend zien als een stoornis, maar ook als een vorm van expressie, als filosofische kunst? In deze blog wordt de therapiekamer vergeleken met een atelier, en de cliënt als kunstenaar. Wat gebeurt er als we écht luisteren naar de symboliek van stemmen, emoties en gedragingen, in plaats van ze direct te verklaren of te classificeren?
Een onvermijdelijk moment in de therapiekamer: het gesprek raakt aan de zin van het leven, en dan klinkt het haast cliché geworden zinnetje van de therapeut: “Dan wordt het wel heel existentieel.” Meestal gevolgd door een terugkeer naar nuchtere taal, alsof betekenis buiten de kaders van de behandelrichtlijnen valt.
Toen ik mijn eerste psychologieboek opensloeg, las ik: “Psychologie is een fusie van filosofie en natuurwetenschappen.” Die zin bleef hangen. Maar na verloop van tijd lijkt de discipline zich te hebben gevormd tot een wetenschap die gericht is op het reduceren van complexiteit. Alles moet inpasbaar zijn in een maatschappelijk systeem, meetbaar en ‘evidence based’. In de hedendaagse psychiatrie lijkt er weinig ruimte voor diepzinnigheid, wat rationeel is en wat illusie lijkt, terwijl dat deze wetenschap zo interessant maakt.
Waar is de filosofie gebleven in de therapiekamer?
Waarom is er zo weinig ruimte voor existentiële vragen? Misschien omdat filosofie geen antwoorden belooft. Ze is complex, niet absoluut maar afhankelijk van context en interpretatie. Therapeuten worden doorgaans niet opgeleid met het idee dat ze zich bezig moeten houden met filosofische vragen. Psychisch lijden wordt vaker gezien als een symptoom, passend binnen een ziektebeeld. Een stoornis, een tunnelvisie.
Binnen de huidige GGZ lijkt de basiskennis dat gevoelens een functie hebben en ergens op wijzen vaak naar de achtergrond verdwenen. Het cliché dat ieder mens anders is, klopt.
Iedereen lijdt op een eigen manier. Dat kan zich uiten in vergelijkbare vormen: somberheid, stemmen horen, wanen, destructief gedrag. De lijst is eindeloos. Toch probeert men grip te krijgen en hanteert de GGZ een taal van psychische aandoeningen: depressie, schizofrenie, borderline. Er worden kaders en classificatiesystemen gecreëerd om vat te krijgen op iets dat in wezen vaak ongrijpbaar en persoonlijk is.
Coping wordt gedefinieerd als symptoom, ongeacht de reden erachter. Soms staan emoties op een lijst van diagnostische criteria, soms gedragingen, soms dit alles door elkaar heen gehusseld. Want dat is wat gemiddeld wordt herkend bij mensen met dat label. Compleet betrouwbaar, toch?
Geen patiënten, maar kunstenaars?
Het is vaak benoemd: iedereen lijdt op een unieke manier. Maar in de psychiatrie blijft men spreken over patiënten, als een vaste categorie. Wat als men in de spreekkamer geen patiënten ziet, maar kunstenaars? Noem het dwaas, maar het raakvlak is groter dan misschien gedacht wordt. Psychisch lijden kan worden gezien als mensen die elk hun eigen kunst maken, met als basis filosofische vraagstukken. Soms worden vergelijkbare middelen ingezet, maar telkens met een ander resultaat en een andere achtergrond.
Wat als de rol van de therapeut verandert van behandelaar naar vertaler, naar ontcijferaar? Therapie wordt het kijken naar kunst. Dat is geen vaste methode, maar een vaardigheid.
Kunst is kwetsbaar
Een ambacht. Het vraagt om oog voor detail, oprechte nieuwsgierigheid, introspectie en ruimte voor gevoel. Het vraagt ook om eerlijkheid. De kunstenaar moet zijn werk durven tonen in een veilige setting, waarin de ontcijferaar ruimte biedt en zijn observaties open en oprecht deelt.
Kunst is kwetsbaar, scherpzinnig, soms abstract, soms figuratief. De uitdaging is om een taal te vinden die betekenisvol is voor zowel de maker als de toeschouwer. Hoe uniek een kunstwerk ook is, het weerspiegelt vaak patronen die gedeeld worden. Iets collectiefs dat doorwerkt in het individu. Waarbij de omgeving vanzelfsprekend ook een rol speelt.
Ik heb het niet over het tellen van de prevalentie van diagnoses, maar over de middelen waarmee mensen hun binnenwereld vormgeven. Over de gevoelens die daaronder liggen. Over de existentiële vragen die erin verscholen zitten.
Kunst hoeft niet mooi te zijn
Kunst hoeft niet mooi te zijn. Psychisch lijden is dat ook niet. Maar door het te erkennen, kan er misschien begonnen worden met begrijpen. Iets wat zich zo intens aandient, wat zich op een onverdraaglijke manier opdringt, vraagt erom serieus genomen te worden. En om het nog complexer te maken heeft ieder individu zijn voorkeuren in de manier waarop het voelt dat dit serieus wordt genomen.
Dat is ingewikkeld, omdat generaliserende termen erg verleidelijk zijn om te gebruiken. Maar het biedt ook zoveel dynamiek, interessante gesprekken om daar onderzoek naar te doen met de persoon die voor je zit (ook buiten de therapiekamer).
Creativiteit en waanzin liggen dicht bij elkaar
Nog even over de vertegenwoordiging van kunst en psychisch lijden. Wat als stemmen horen geen symptomen zijn, maar symbolen? Kunst is een taal. Geen taal met vaste grammatica, maar een vorm van communicatie waarin verhalen verscholen liggen. Misschien zijn het details in een schilderij die plots alle aandacht opeisen.
Wat als die symbolen, die penseelstreken, niet worden uitgegumd of gediagnosticeerd, maar juist aandacht krijgen? En wat als ze bekeken worden, onderzocht en geprobeerd wordt te begrijpen waarom juist dit detail, op dit moment, onder deze omstandigheden verschijnt?
Wat probeert het te zeggen? Zonder daarin deze overtuigingen of hallucinaties als macht over te laten nemen, er wel bij stilstaan dat dit serieus genomen mag worden.
Diverse vormen van contrast
Wanneer ik naar een tekening kijk, zie ik contrast. Soms kleur, soms zwart-wit. Ik zie lijnen, diktes, structuren en overgangen. Soms zijn die vloeiend, soms schurend. Alles zijn keuzes, bewust of onbewust. En dat is nog maar wat zichtbaar is. Wie weet wat eraan voorafging, misschien wel een ruwe schets, een impulsieve lijn, een twijfelende aanzet. Dit is niets meer en niets minder dan wat iemand vertegenwoordigt in zijn psychisch lijden, ervaringen uit het verleden of misschien wel twijfels over de toekomst.
Daarnaar kijken en het onderzoeken vraagt om creativiteit en misschien ook een vleugje waanzin. Maar het is geen vaardigheid die slechts voor enkelen bestemd is. Dit klinkt misschien abstract, maar het is niet nieuw dat gedragingen, gedachten en emoties het verdienen om bij stil te staan. Alleen gebeurt dat nu niet met snelle verklaringen maar met zorgvuldige aandacht.
Door te blijven vragen, te blijven kijken en in een creatieve flow te raken, ontstaat een soort sparren op elke vierkante centimeter van het werk. Dit zorgt er echter voor dat de complexiteit van psychisch lijden nog meer naar boven komt, een punt waarop veel behandelaren al snel de handdoek in de ring gooien. Wanneer dit namelijk goed gedaan wordt, wordt het een wirwar van grote vragen. Het is dan begrijpelijk dat het label ‘waanzin’ sneller wordt gegeven.
Kunst is nooit af, maar wat is dan herstel?
Een cliché, maar ook dit is waar: “kunst is nooit af.” De kunstenaar bepaalt waar hij stopt, wat geen aandacht meer krijgt en wat blijft groeien. Het proces gaat door, zelfs na de dood. Misschien is het kunstwerk dan niet langer voor de maker bedoeld, maar de impact blijft bestaan. Ook vervelende dingen zullen blijven bestaan, het psychisch lijden zal ook zeker niet ineens verdwijnen, net zoals kunst.
Toch kan het een verschil maken als iemand zich gezien en gehoord voelt. Dat schept ademruimte. Ruimte waarin de kunstenaar ook de vrijheid krijgt om verder te zoeken naar manieren waarop het lijden draaglijker wordt, of beter te verdragen. Mijn wens is niet om het systeem te verwerpen, maar om eraan toe te voegen: nieuwsgierigheid, aandacht, menselijkheid, en de moed om te filosoferen. Precies daar waar het complex wordt.
K. (pseudoniem) is 21 jaar ouder. K. is kunstenaar en dwaler in psychisch lijden.
Meer lezen over Filosofie en Kunst in de GGZ?
- Kunst en herstel – esthetiek als genezende zalf
- Filosofie van de waanzin – Wouter Kusters
- Kunst van manie en depressie – Mirjam Peters
Heb je een vraag?
Onze experts beantwoorden jouw vraag in het online Spreekuur van PsychoseNet. Gratis en anoniem.
Wil je PsychoseNet steunen?
Wordt donateur en help ons om mooie projecten te realiseren.
Geef een reactie