Veel gezochte termen

Psychosenet blog

Auteur

Jim van Os

Jim van Os is een herstelgerichte psychiater, hoogleraar psychiatrische epidemiologie en Voorzitter Divisie Hersenen, UMC Utrecht. Jim van Os werkt op het raakvlak van ‘harde’ breinwetenschap, gezondheidszorgonderzoek, kunst en subjectieve ervaringen van mensen met ‘lived experience’ in de GGZ. Jim is ook familielid van mensen met psychosegevoeligheid.

Pleidooi voor Individuele Zorg – de valstrik van groepsgebaseerde GGZ-Standaarden

Elk individu met dezelfde diagnose kan enorm verschillende symptomen vertonen", schrijft Jim van Os in dit Pleidooi voor Individuele Zorg.

“In de wereld van de GGZ zijn zorgstandaarden en behandelrichtlijnen schijnbaar onmisbare instrumenten geworden”, schrijft Jim van Os in zijn pleidooi voor individuele zorg. “Ze bieden houvast en richting aan professionals die dagelijks te maken hebben met een breed scala aan psychische aandoeningen”.

Echter, er schuilt een fundamenteel misverstand onder deze goedbedoelde standaarden.

De uitdaging van groepsonderzoek in de GGZ

Het gaat om een misvatting die de kern van gepersonaliseerde zorg raakt. Het gaat hier om de veronderstelling dat de resultaten van groepsonderzoek naadloos toepasbaar zijn op het individu. Dit misverstand verdient aandacht, vooral in een veld zo complex en gevarieerd als de geestelijke gezondheidszorg (GGZ).

Behandelonderzoek binnen de GGZ kenmerkt zich door het vergelijken van groepen: een groep die een bepaalde psychotherapie ondergaat versus een groep die een andere behandeling krijgt of op een wachtlijst staat of een placebo (suikerpil) krijgt. Hoewel dergelijk onderzoek inzichten kan bieden, zijn de verschillen tussen groepen vaak klein en sterk variabel.

De reden hiervoor is dat mentale gezondheidsproblemen zoals somberheid, angst en psychose diep persoonlijk zijn en enorm variëren van persoon tot persoon. Bovendien kunnen deze verschijnselen van dag tot dag in intensiteit en vorm variëren, waardoor ze onvoorspelbaar en moeilijk te vatten zijn.

Het lineaire model versus de complexiteit van de menselijke geest

Een groot deel van het wetenschappelijk onderzoek, vooral in de medische wetenschap, leunt op lineaire modellen waarbij oorzaak en gevolg relatief duidelijk zijn, zoals bij hartziekten of kanker. De geestelijke gezondheidszorg staat echter voor de uitdaging dat de menselijke psyche niet netjes in deze modellen past. Elk individu met dezelfde diagnose kan enorm verschillende symptomen, oorzaken en reacties op behandelingen vertonen. Dit onderstreept de noodzaak voor een meer genuanceerde benadering dan de huidige GGZ-standaarden soms suggereren.

De risico’s van Een-voor-Allen Standaarden

De huidige GGZ-standaarden, die vaak uitgaan van ‘eerst behandeling X bij diagnose A’, missen veelal de nuance die nodig is voor effectieve zorg op maat. Dit kan leiden tot situaties waarin patiënten een behandeling ondergaan die voor de ‘gemiddelde’ persoon met hun diagnose iets van effect teweeg zou moeten brengen, maar die voor hen specifiek niet de beste optie is.

Evenzo kan het gebruik van algemene kenmerken of risicofactoren om behandelplannen te bepalen, gevaarlijk zijn. Een voorbeeld hiervan is het advies rondom het afbouwen van antidepressiva. Hierbij wordt niet altijd rekening gehouden met de individuele variatie in reactie op onttrekking.

Mensen zonder risicofactoren moeten volgens de standaard snel afbouwen met de standaarddoseringen. Mensen met risicofactoren mogen langzamer afbouwen met speciale kleine doseringen. Maar dit is in feite gevaarlijk, omdat veel mensen zonder risicofactoren wel de langzame afbouw met kleine doseringen nodig hebben. Omdat de GGZ-standaard alleen de zwakke verschillen tussen groepen met en zonder risicofactoren erkent ontstaan er dus gevaarlijke situaties voor individuele cliënten die hun antidepressiva willen afbouwen.

De kracht van vertrouwen en persoonlijke connectie

Steeds meer komt het bewijs naar voren dat het succes van een behandeling niet alleen ligt in de techniek of de actieve ingrediënten, maar ook in het vertrouwen dat de patiënt heeft in de behandeling en de relatie met de behandelaar. Dit aspect van de geestelijke gezondheidszorg, de therapeutische alliantie, is cruciaal en kan niet worden onderschat of gestandaardiseerd.

Conclusie: Naar een meer individuele benadering

Het is tijd dat we erkennen dat de standaarden in de GGZ niet altijd toereikend zijn voor de complexiteit van individuele zorg. Professionals, patiënten en beleidsmakers moeten samenwerken om systemen te ontwikkelen die flexibel genoeg zijn om rekening te houden met de unieke behoeften van elk individu.

Dit betekent niet dat we de waarde van bestaande richtlijnen moeten negeren, maar wel dat we kritisch moeten blijven en open moeten staan voor aanpassingen op basis van de individuele patiënt. In de kern gaat het erom de mens achter de diagnose te zien en de zorg daarop af te stemmen. Groepsvergelijkingen zijn daarbij van beperkte waarde in de GGZ.

Meer lezen over Jim van Os en individuele zorg?

Heb je een vraag?

Onze experts beantwoorden jouw vraag in het online Spreekuur van PsychoseNet. Gratis en anoniem.

Verder lezen over goede zorg en GGZ?

Onderstaande boeken zijn geschreven door hoogleraar Jim van Os. In deze eerlijke boeken lees je meer over psychose, trauma, de nieuwe GGZ, herstel en veel meer.

Reacties

4 reacties op “Pleidooi voor Individuele Zorg – de valstrik van groepsgebaseerde GGZ-Standaarden”

  1. Eef

    Hoi Jim,

    Ik ben het helemaal eens met je pleidooi voor individuele zorg ! Top! We zijn als mensen nu één maal niet allemaal hetzelfde, ik ben wel van mening dat we van elkaar kunnen leren.
    Gedurende de contacten die ik met de GGZ had beklaagde ik mezelf steeds via de mail bij de verpleegkundig specialiste dat ik als mens niet gezien werd en er geen recht gedaan werd aan wie ik als mens werkelijk ben. Het standaard beeld werd op mij geprojecteerd en dit is niet bepaald vertrouwens wekkend binnen de behandelrelatie en brengt eigenlijk nog meer lijden. Waardoor ik me nog minder kon uiten. Bij het aanvragen van zorgmachtigingen worden altijd dezelfde standaarden en motivaties gehanteerd, deze zijn te lezen op de rechtspraak. nl, bij het intypen van de naam van de psychiater op een zoekmachine kom je dit tegen.
    De verpleegkundig specialiste vond mij wel een leuke cliënt, ik had altijd wel wat te vertellen, behalve daar waar het over moest gaan ! Dit had natuurlijk meer te maken met haar persoonlijke voorkeur. Ik werd altijd vergeleken met andere cliënten, die er naar alle waarschijnlijkheid slechter aan toe waren. Haar uitspraken deden mij de wenkbrouwen fronsen. De mails die ik haar stuurde werden niet gewaardeerd en leverden altijd veel commentaar op, terwijl ik er zoveel behoefte aan had om me te kunnen uiten, na jaren opgesloten te hadden gezeten achter een muur van zwijgzaamheid. Terwijl ze fatsoenlijk van inhoud waren, schriftelijk kan ik me behoorlijk tot uitdrukking brengen. Waarschijnlijk wist ze wel dat er sprake was van redelijkheid.
    Ga zo door Jim, met je pleidooi !

    1. Hey Eef dank hiervoor – we gaan samen door!

  2. Trudie

    Beste Jim ,

    Top artikel! Het gevaar van standaarden is dat dokters hun persoonlijke intuïtie gaan uitschakelen (en meer) in mijn perceptie.In mijn perceptie is de gehele geneeskunde toch vooral ook als uitgangspunt individueel ,veel oudere artsen weten dat.Dit speelt ook in de sommatiek:die is ook niet altijd rechtlijnig bijvoorbeeld aal niet in diagnostiek. Een voorbeeld:Je kan een hart-infarct hebben als je pijn op de borst hebt ,maar ook als je alleen pijn in een been hebt en niet op de borst.Kortom niet het standaard verhaal. Kortom diagnoses zijn ook moeilijk standaard te vatten daarna volgt dan behandeling. Zo is er nog veel meer..

    Mentale problemen zijn inderdaad nog veel ingewikkelder en er wordt gedacht dat we alles maar begrijpen als mensen (dokters)en gevaarlijk in mijn perceptie is dat door niet aansluiten met de patient er geen adequate behandeling volgt. Intuïtieve connectie is daar van levensbelang!Plus de bijwerkingen van behandelaars die niet kunnen aansluiten en traumas induceren of eigen traumas overbrengen.
    De vraag is hoe vaak dat gebeurt?

    Warme groet,

    Trudie

    Met vriendelijke

  3. “De mens achter de diagnose”, ja, kreun, alsjeblieft. Lijkt me voor de behandelaar ook beter. De cententellers onder ons (zoals ik) denken dan meteen: maar dat is duur! Ja, op de korte termijn misschien, maar niet op de lange termijn.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *