Hoofdstuk 6
Miriam, een moeder die rouwt om het verlies van haar zoon, wil de waarheid achterhalen. Hoe heeft dit allemaal kunnen gebeuren? Samen met de psychiater van haar zoon gaat ze op zoek naar antwoorden. In hoofdstuk 6 vertelt ze over het gesprek met de collega van de psychiater, over medicatie en het proces voor en na de vrijlating van haar zoon.
Lees eerdere hoofdstukken van Miriam hier!
Collega.
“Zeg maar jij, hoor.”, zei ze tegen de collega die uitgezakt in de lage fauteuil links van haar was gaan zitten. Er werd naar woorden gezocht, een korte pauze om de strategie te bepalen. Hij zat rechts van haar, met gevouwen armen, licht voorover in zijn fauteuil en keek aandachtig.
“Eh, dat is niet zo één, twee, drie te zeggen, want het is al een lange tijd geleden.” Er volgde een korte onderbreking waarin ze wegkeek en de psychiater toeknikte.
“En daarbij zag ik uw zoon niet zo vaak. Ik was voor de medicatie, begrijpt.”
“Maar daar moest je hem toch voor zien, hoe was je indruk, toen?”
“Ja zeker, omdat ik heel veel cliënten zie, is het moeilijk om hem nu goed voor de geest te halen. Ik vond hem aardig, dat denk ik nog wel te weten.”
Medicatie van mijn zoon
“Mijn zoon kreeg bij ontslag, 4 recepten mee, dat was op de woensdag. Maandag was een afspraak voor hem gemaakt om negen uur bij zijn psychiater bij de ggz. Van negen uur tot kwart over negen.”
“Weet je nog wat voor medicatie dat had kunnen zijn?”
“Ik denk een voortzetting van de medicatie die hij al slikte.”
“Waren dat psychofarmaca?”
“Ja, dat waren waarschijnlijk antipsychotica, slaapmiddelen en antidepressiva.“
“Betekende dat dus, dat hij al deze medicatie in de gevangenis gebruikte en die recepten mee kreeg bij zijn ontslag?” De collega bevestigde haar vraag terwijl ze van haar wegkeek. Ze voelde zich draaierig worden en pauzeerde om een slokje van de latte te nemen.
“Je vond hem stabiel genoeg om na 10 weken in de gevangenis en gedwongen medicatie die recepten op te halen, voordat hij naar zijn huis ging.”
“Zeker wel, ja.” Haar antwoord klonk terloops, als een vlieg die langs zwiept in de wind.
Een groeiende ergernis besloop haar en trok alle energie uit haar weg. Verdoofd en tegelijk op scherp was ze in haar hoofd op zoek naar woorden die haar verlichting konden brengen en een uitweg boden. Een gevecht om heel te blijven en niet uiteen te vallen.
Razende wanhoop
“Hoe kun je van iemand die zwaar onder de medicijnen zit, tien weken opgesloten heeft gezeten en niemand meer in zijn omgeving over heeft om op terug te vallen, verwachten dat hij hier toe in staat is?” Ze stikte haast in haar razende wanhoop, terwijl ze zichzelf hoorde praten.
Een volgende herinnering stuwde haar woordenstroom verder op. Het was nu of nooit dacht ze. “Toen ik een week voor zijn ontslag bij hem op bezoek was, vertelde hij mij dat de psychiater hem had gezegd dat hij zich goed moest realiseren dat hij nooit meer beter zou worden. Dat hij zijn hele leven patiënt zou blijven en altijd medicatie moest blijven gebruiken.”
Had ze de moed om die ene vraag te stellen? “Was jij die psychiater, die hem behandelde…dus die dat heeft gezegd?” Er viel geen ongemakkelijke stilte, de adem van de psychiater stokte niet en zelf kreeg ze geen hartstilstand. De latte omklemde ze opdat het glas niet uit haar handen gleed.
Als jullie het maar zouden kunnen begrijpen
“Nou, dat zou ik niet zo zeggen want ik was niet de enige behandelaar, zie je. Wij zijn een team en functioneren ook zo. Ik zou echt niet weten wie van ons dit gezegd zou kunnen hebben.” Ze zette het glas met een latte zonder beven op het tafeltje. Ik weet niet hoe ik het doe, dacht ze maar ik doe het. Hoelang nog? Hij zat ontspannen met zijn armen over elkaar, af en toe afwachtend knikkend. Het zwaard van Damocles viel en hief haar doormidden.
De collega nam het woord. “Wat wil je eigenlijk met dit gesprek? Wil je de hele ggz veranderen?” Op deze frontale aanval had ze zich niet kunnen voorbereiden. Zagen ze niet dat ze al geveld was en het spartelen reeds was opgehouden? Moest er nog een steen op haar graf? Vanuit de diepte van haar ziel, zei ze: “Nee, als alleen jij en jij” ze keek hem ook aan “als jullie het maar zouden kunnen begrijpen.”
De tijd was om. Ze stonden alle drie tegelijk op. Zelf stond ze te schutteren met haar jas, had vergeten haar vestje aan te doen dat nog over de leuning hing. Jas weer uit, jaja, ze wist de toiletten nog te vinden. Ben zo terug.
De twee soortgenoten waren in een prettig gesprek, dat zag ze bij terugkomst meteen. Na de routine van het handje geven, het beminnelijke knikje en het bedankje, zag ze ze druk gebarend door de draaideur verdwijnen.

Zelfportret van Miriam
Een moeder (Miriam) ontmoet een aantal jaren na de dood van haar zoon de psychiater die een korte periode de behandelaar van haar zoon was. Hun gedeelde verdriet over het verlies verbindt hun bij hun zoektocht naar de waarheid. De vriendschap werkt helend voor beiden. Met ups en downs.
Meer lezen van Miriam?
Meer lezen over Verlies of Medicatie?
- Medicatie en herstelgerichte zorg
- Samen beslissen bij medicatie afbouwen
- Zorgprogramma Trauma & Verlies – UMC Utrecht – Ondersteuning bij Trauma & verlies
- Steunpunt Verlies – Hulp en advies bij rouw en verlies
Heb je een vraag?
Onze experts beantwoorden jouw vraag in het online Spreekuur van PsychoseNet. Gratis en anoniem.
Ontvang jij de PsychoseNet nieuwsbrief al?
Meld je aan en ontvang iedere week de nieuwe blogs en interessante items in je inbox.








Geef een reactie