Veel gezochte termen

Psychosenet blog

Auteur

Peter Pijls

Peter Pijls is bipolair, kickte af van de psychofarmaca en is herstellend drinker. 

Toos Breukel viel op de plaats van haar plicht – Museum Psychiatrie Venray

blog-Toos Breukel viel

Het Museum Psychiatrie Venray is sinds enige tijd gevestigd in nieuwbouw. Acht jaar geleden bezocht Peter Pijls het museum al. Hij trof een horrorkabinet. “We moesten wel, bij gebrek aan medicatie.”

Ik woon in Venray. Een Noord-Limburgse stad die al meer dan een eeuw onlosmakelijk verbonden is met psychiatrie. Meer dan honderd jaar geleden stichtten de Broeders en Zusters van Liefde hier twee rooms-katholieke krankzinnigengestichten voor mannen en vrouwen: Sint Servatius en Sint Anna. Ook ‘zenuwlijders’ waren welkom. Mijn stad was een begrip in heel Limburg. “Die zit in Venray”, hoorde ik in mijn jeugd regelmatig. Dat betekende: die is gek en opgeborgen bij de nonnen of de paters.

De ironie van het lot wil dat mij min of meer hetzelfde overkwam

Ik werd gaga in Amsterdam, en belandde door een kettingreactie van toevalligheden in Venray, op een ruime steenworp afstand van de Midden-Limburgse boerderij waar ik opgroeide. In Venray woon ik nu ook in een soort krankzinnigengesticht voor zenuwlijders. Alleen heet dat tegenwoordig een beschermde woonvorm.

De terreinen van Sint Servatius en Sint Anna liggen er nog steeds. Op ‘Servaas’ heeft het Vincent van Gogh-instituut de zwakzinnigenzorg overgenomen van de broeders en de zusters. Mannelijke en vrouwelijke patiënten wonen nu door elkaar, in hypermoderne paviljoens en appartementengebouwen van smaakvolle architectuur.

Ik kom er vaak

Er is een koffiehonk waar ik me graag versta met andere gekkies. Soms mag ik foto’s van ze maken. Ik denk dat ik dat doe om me niet eenzaam te voelen. Gekkies lachen me nooit uit. Ze roepen geen dingen naar me omdat ik in een rolstoel zit, wat me in het centrum wel eens overkomt. Op het Sint Anna-terrein kom ik nog liever. Die inrichting van bijna 42 hectare staat schitterend te vervallen. Ik denk dat het Vincent van Gogh-instituut wacht op de projectontwikkelaar met de grootste zak geld.

Het terrein, een park eigenlijk, heeft een fascinerende gothic-sfeer. Ruiten van de paviljoens worden onvermijdelijk kapot gegooid. Glasgordijnen griezelen naar buiten op het ritme van de tocht. Een enkel moderner paviljoen is nog in gebruik. In zo’n jaren zeventig-gedrocht kickte ik in 2011 tamelijk langdurig af van de alcohol, die de jaren daarvoor mijn bipolaire aanleg enthousiast tot uitbarsting bracht.

Ik wist dat het Servaas-terrein ook het Museum Psychiatrie Venray huisvest. Ik wilde er al langer naar toe. Maar ik besloot te wachten tot mijn zoon er was. Ik hield er rekening mee dat ik ter plekke enige bijstand kon gebruiken. Ik vermoedde namelijk dat ik een horrorkabinet ging bezoeken.

Het Museum Psychiatrie Venray is alleen op afspraak te bezichtigen

Een vrijwilliger wacht ons op. Hij werkte tot zijn pensioen op ‘Servaas’. Begon als kantoorklerk; eindigde als manager. Een wandelende encyclopedie, die mijn zoon en mij bijna anderhalf uur deskundig bijpraat over de psychiatrie in Venray. Hij laat niet na de Broeders en Zusters van Liefde gepast te prijzen. Omdat ze zonder salaris en zonder psychiaters of medicatie naar beste kunnen hun patiënten verzorgden. En ze soms zelfs regelrecht in de watten legden. Al in 1908 was er stromend water en elektriciteit in de inrichtingen, terwijl veel inwoners van het boerendorp Venray daar alleen nog maar van droomden.

De religieuze ordes waren rijk. Dus was er geld voor een schouwburg, waar artiesten optraden waar de plaatselijke keuterboeren nog nooit van gehoord hadden. De voor die tijd hypermoderne paviljoens waren ondergronds verbonden door gangen, met de kelders een dankbare schuilplaats voor bewoners en dorpelingen op het einde van de Tweede Wereldoorlog, toen er zwaar werd gevochten in Venray in omgeving, waarover later meer.

De inrichtingen waren een dorp in een dorp

vertelt de gids. In totaal werden er tegen de 1100 patiënten verzorgd. De instellingen waren vrijwel zelfvoorzienend, met eigen boerderijen, slagerijen en bakkers. Heel vooruitstrevend voor die tijd lieten de religieuzen de bewoners aan arbeidstherapie doen. De gids somt op: een technische dienst met 45 man personeel. Vier huiskappers. Eigen brandweer. Een fabriekje dat kerstverlichting voor Philips produceerde. Een fabriekje dat kicksen voor Quick maakte (waar ik in mijn jeugd nog op gevoetbald heb, want Quick maakte toen de beste voetbalschoenen. Al kon ik niet bevroeden dat die van mij misschien wel gestikt waren door Venrayse gekkies).

Er was regelrechte luxe. De gids bezocht met bewoners therapeutisch voetbalwedstrijden van PSV. Droog zegt hij: “Dat is allemaal wegbezuinigd. Nu is er kaalslag en verschraling in de GGZ. “De kwaliteit van de zorg is minder geworden door het regeringsbeleid.” Waarmee hij niet wil zeggen dat onder de nonnen en de paters alles hosanna was. Pas na 1960 arriveerden de eerste verpleegkundigen en psychiaters. Tien jaar daarvoor kwamen de eerste pillen. Tot die tijd draaide alles om rust, reinheid en regelmaat. En om methodes die nu als onmenselijk worden gezien.

Psychotische patiënten werden met insuline dagelijks in coma gespoten

Bij andere patiënten werd de frontaalkwab losgesneden in de hersenen, in een meestal vergeefse poging om gedragsverandering te bewerkstelligen. Er werd van alles uitgeprobeerd op de patiënten, herinnert de gids zich: “We moesten wel, bij gebrek aan medicatie.” Verwarde, manische en psychotische patiënten werden langdurig en gedwongen in warme baden gestopt, in 1932 nog 110 mannelijke patiënten tegelijk, leert het boek 100 Jaar psychiatrie in Venray. Alleen hielp het niet.

De gids toont het apparaat voor elektroshocks, toegediend aan patiënten met psychoses, depressies en verwardheid. Elektroshocks worden in de psychiatrie nog steeds toegediend, omdat ze aantoonbaar werken bij ernstige depressies. Alleen wordt de patiënt tegenwoordig verdoofd. De gids zegt: “Ook asocialen kregen vroeger elektroshocks. Maar ze hadden er geen baat bij.”

De anti-psychiatriebeweging van de jaren ´70 ging niet aan Venray voorbij. Gekken moesten terug de samenleving in, vonden vooruitstrevende psychiaters. Het resultaat was dat rondzwervende gestoorden een normaal onderdeel werden van het Venrayse straatbeeld. Met als resultaat dat de politie voortdurend drie man moest inzetten om lastige ex-patiënten van zelfmoord of geweldsuitbarstingen af te houden. De gids toont de methodes waarmee dat daarvoor werd voorkomen. De dwangbuis. Het spanlaken. We staan voor een muur met oude foto’s van vrouwelijke patiënten. De gids: “Dat noemen we de Auschwitzwand.”

Ik vraag me af hoe onfatsoenlijk het is om daar foto’s van te maken, en doe het toch

In het verhaal van de gids blijft de oorlog niet achterwege. Tijdens de bevrijding stroomden de kelders van Sint Servatius vol met vluchtelingen, tot over de duizend. Venray werd zwaar gebombardeerd; vlakbij vond de zogeheten tankslag om Overloon plaats. Ook op het Sint Anna-terrein was de toestand deplorabel. Nonnen en verpleegkundigen verjoegen met grote moed stelende Duitsers uit de kelders.

Weer thuis lees ik in de krant een artikel over de bevrijding in Limburg, uit nieuwe bronnen. Er staat een huiveringwekkend detail in over de psychiatrie in Venray. Tijdens de gevechten om het dorp raakten sommige patiënten zo in paniek, dat ze wegvluchtten uit de kelders, de mijnenvelden in.

Dan herinner ik me dat ik in het museum achteloos een foto maakte van een grafsteen. Ik bekijk de foto voor het eerst met aandacht. De steen is van Toos Breukel, een leerlingverpleegster die op 30 september 1944 het leven liet, zeventien dagen voor de bevrijding, 25 jaar oud.

Er staat: “Zij viel op de plaats van haar plicht.”

Foto gemaakt door Peter Pijls
Noot van de redactie: Chronologisch overzicht van de bevrijding van Nederlandse plaatsen in de Tweede Wereldoorlog

Reacties

Eén reactie op “Toos Breukel viel op de plaats van haar plicht – Museum Psychiatrie Venray”

  1. Peter Pijls

    Typisch zo’n blog dat geen verspreiding via de sociale media van node heeft om toch geschiedenis te maken.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *