Veel gezochte termen

De PsychoseNet Kennisbank

Beantwoord door

Auteur

expert avatar

Timo van Kempen heeft ruim 30 jaar werkervaring in de GGZ als verpleegkundige, sociotherapeut en runningtherapeut. Ook werkt hij als Logotherapeut en Geestelijk Verzorger. Zijn expertisen bij PsychoseNet zijn vragen over zingeving, levensbeschouwing, spiritualiteit en religie.

Ik wil graag hulp maar niet van mijn vorige behandelaars, wat kan ik doen?

Vraag

Hallo,

Ik werd behandeld bij een instelling voor geestelijke gezondheidszorg, maar na mijn opname bij de HIC ben ik alle vertrouwen in mijn behandelaar en de mensen die hulp bieden verloren. Ik kreeg de optie om naar een ‘huis’ te gaan van de GGZ-instelling, speciaal voor jonge mensen die een eerste of herhaalde psychose doormaken. Ik heb meerdere keren aangegeven dat ik geen vertrouwen had.

Daar hebben ze nu geen plek meer, en ik heb ook de huidige behandeling stopgezet. Mocht er weer hulp nodig zijn, dan moet ik eerst naar de huisarts. Ik wil graag hulp, maar niet van deze mensen.

Wat kan ik doen?
Ik vertrouw deze mensen niet want ze hebben laten zien dat ze niet te vertrouwen zijn.

Voor mijn gevoel namen ze mijn problemen niet serieus en waren ze meer bezig met beledigen en het uitlachen van mij.

Ik wil graag hulp maar weet niet bij wie ik moet zijn.

Antwoord

Beste,

Goed dat je dit voorlegt. Je wijst erop hoe ontzettend belangrijk het is dat hulpverleners echt de tijd nemen om contact te maken met cliënten, en oog hebben voor jou als totaalpersoon en jouw situatie. Met een open houding naar alle gevoeligheden die er liggen.

Op een HIC in de reguliere GGZ wil het daar nog wel eens aan schorten. Een HIC heeft over het algemeen ook een heel specifieke doelstelling: mensen zo snel mogelijk en zo goed en zo kwaad als het kan, zo snel mogelijk weer ‘oplappen’.

Ik kan me er iets bij voorstellen dat je op een HIC-afdeling in de reguliere GGZ teleurstellingen oploopt. Dat heb ik van veel mensen gehoord.

Een HIC en de mensen die daar werken, zijn op hun beurt vaak beperkt in hun mogelijkheden, de snelheid waarmee gewerkt moet worden en de soms heftige problematiek waarmee ze te maken kunnen krijgen. Hulpverleners zijn uiteindelijk ook gewone mensen. In de reguliere GGZ heb ik vaak gezien dat sommige hulpverleners zélf een soort pantser opbouwen, en daardoor lijken te vergeten hoe gevoelig en kwetsbaar mensen kunnen zijn tijdens een periode waarin zij een beroep (moeten) doen op hulpverlening.

Sommige mensen zijn natuurlijk sowieso gevoeliger dan anderen. En de reguliere psychiatrie is toch ontstaan vanuit het denkkader ‘kennis is macht’ en ‘wij weten wat goed voor u is’. Dat kan ten nadele gaan van de wederkerigheid in het contact. En nog iets anders: overal in het leven kom je naarlingen tegen, en dus helaas soms ook in de GGZ. Gelukkig zijn dat er niet zoveel.

Het kunnen vertrouwen van anderen is iets dat heel vroeg in een mensenleven ‘gekweekt wordt’ . Als iemand in zijn eigen leven steeds weer tegen vertrouwenskwesties met anderen aanloopt is het daarom belangrijk om goed en onderzoekend naar jezelf te kijken. Dat is hard werken dat soms door cliënten moet worden gedaan. Andersom meen ik, dat het een van de kunsten is van goede hulpverleners, dat zij in staat zijn vertrouwen te wekken bij mensen die in een kwetsbare periode en positie zitten.

Vanwege deze kwetsbare positie is mijn standaardadvies: wanneer er een (vertrouwens)breuk in de reguliere GGZ dreigt te ontstaan, probeer escalatie te voorkomen. De GGZ is een stroperig systeem met (financiële) belangen waar je als individu, zeker als cliënt, niet tegenop kunt. Dat zegt verder niets over de individuele mensen die erin werken maar meer over hoe systemen werken en dus ook de GGZ.

Maar er bestaan inderdaad ook echt nare afdelingen en nare teams. Hoe ‘acuter’ een afdeling, hoe groter het risico dat de sfeer en de mensen (hulpverleners en cliënten) verharden. Zo werkt dat, ook in de GGZ.

Als cliënt ben je in de afhankelijke positie en is het ontzettend belangrijk dat er een ‘goede klik’ is met hulpverleners. Een vertrouwensrelatie. Wat ontzettend naar dat dit bij de instelling waar je kwam, niet ontstaan is.

De opnameplek die zij adviseerden was, denk ik, mogelijk echter wel een heel goed advies op jouw maat en geeft aan dat de instelling je toch serieus heeft genomen, ook al heb jij dit uiteindelijk niet zo ervaren en had jij daar voor jezelf goede redenen voor.

Dus, alles overwegende, kun je wellicht inderdaad opnieuw het traject in via de huisarts. Je kunt zonodig wellicht bemiddeling vragen via een (patiënten)vertrouwenspersoon bij de instelling bij een nieuwe aanmelding.

Mocht je naar een andere plek willen gaan, dan ga je buiten de (grote) instellingen zoeken. Er zijn genoeg vrijgevestigde hulpverleners waar je een beroep op kunt doen. Dan krijg je wel eerder te maken met voorwaarden en mogelijk beperkingen van je ziektekostenverzekering. Kijk daar eerst goed naar.

Als je hiervoor kiest, heeft je huisarts hopelijk een goede tip van hulpverleners die hij/zij kent in jouw regio. Of is er een praktijkondersteuner (POH-GGZ) die je hiermee verder kan helpen in deze fase.

Een goede klik (daarmee bedoel ik dat er vertrouwen is over en weer, en niet dat iemand het altijd met je eens is) is en blijft belangrijk. Het is de basis om met iemand samen te kunnen werken. Dit kun je aftasten in een (telefonisch) kennismakingsgesprek.

Veel succes ermee en hartelijke groet,

Timo

Deze vraag is gesteld door een vrouw in de leeftijdscategorie 20-35
Beantwoord door: Timo van Kempen op 30 juli 2021

Gerelateerd

Meer over

behandelaar
Behandeling

Lees ook