Bijna dertig jaar ben ik vanwege mijn bipolaire stoornis cliënt geweest in de psychiatrie. Nu niet meer, ik loop bij de huisarts. Ik ging van de gespecialiseerde ggz naar de huisarts. En dat terwijl ik ervan overtuigd was dat ik mijn hele leven bij een gespecialiseerde polikliniek zou moeten lopen.
Ik ben vijf jaar stabiel op lithium
Maar ik beschouw mezelf wel als crisisgevoelig. De lijnen naar een opname-afdeling moeten dus zo kort mogelijk blijven. Maar mijn man en ik kozen toch voor de huisarts. Hoe is dit zo gekomen?
Toen ik stabiel werd kreeg ik sterk de behoefte om het aantal afspraken met mijn behandelaar tot een minimum terug te brengen. Immers, ik voelde me prima en zo leuk vond ik het niet om naar de poli te gaan. Sterker nog, ik ben behoorlijk getraumatiseerd geraakt tijdens een paar vervelende opnames rond de eeuwwisseling. We kwamen uit op twee gesprekken per jaar met de SPV (sociaal-psychiatrisch verpleegkundige). In één van die gesprekken zou de psychiater – die al twaalf jaar mijn behandelaar was – aanschuiven. Mijn man zou ook meekomen en dan zouden we het behandelplan maken. Op die manier zouden we een lijntje houden en zou het voor mij goed te doen zijn.
Drie jaar werkte deze formule inderdaad goed
Maar toen had ik een extra afspraak nodig met de psychiater omdat ik wilde afkicken van een benzodiazepine. Ik had geprobeerd om af te kicken met instructies van mijn SPV maar dit was niet gelukt. Daarom wilde ik een doorverwijzing naar het gespecialiseerde ziekenhuis, het LUMC in Leiden.
Mijn psychiater had geen idee waar het over ging
Het bleek dat de poli georganiseerd was volgens het principe van de “verlengde arm”. Hierbij moeten we de SPV zien als het verlengstuk van de psychiater. Maar in mijn geval bereikte de informatie van de SPV de psychiater niet. De reden hiervoor: werkdruk, en hun overtuiging dat ik zelf wel aan de bel zou trekken als er iets was. Ik sprak wel met de “verlengde arm”, maar die zat niet vast aan het lichaam. In andere woorden: ik was over de rand gevallen van hun blikveld. Of beter gezegd: zij hadden mij zelf over die rand geschoven, want ze hadden al hun tijd nodig voor mensen met wie het slechter ging.
De psychiater schrok zich rot van deze situatie en stelde voor dat ik weer vaker zou langskomen. Maar liefst zeven keer per jaar. Ik ging akkoord, want ik dacht dat ik bij de instelling moest blijven. Ik heb toch een bipolaire stoornis? Maar ja, met het maken van meer afspraken waren de hectiek en ook de organisatorische problemen op de polikliniek niet opgelost.
Het voelde voor mij onvoorspelbaar aan
Mijn trauma kwam los. Ieder telefoontje van of naar de poli werd zwaarbeladen en regelmatig had ik huilbuien en woedeaanvallen. Na een half jaar waren mijn man en ik het zat en lieten wij de gedachte dat ik altijd onder psychiatrische behandeling zou moeten blijven, los. Wij hebben contact opgenomen met de huisarts, en daar zit ik nu.
De huilbuien en woedeaanvallen zijn weer verdwenen
Ik zou overigens bij de poli door middel van EMDR iets gaan ‘doen’ aan dit trauma, maar dat gaat nu niet door. Ook slik ik nog elke avond de benzodiazepine (oxazepam), omdat ik zonder simpelweg niet slaap.
Ik heb zeer gemengde gevoelens over de gang van zaken
Aan de ene kant ben ik ontzettend opgelucht dat ik niet meer naar de poli hoef. Aan de andere kant is het natuurlijk vreemd dat je ergens op papier in behandeling bent, maar dat er in de praktijk niemand zich met jouw zaken bezighoudt. Ik ben er zelf van overtuigd dat een frequentie van twee keer per jaar genoeg is om een “onderhoudscontact” te hebben met iemand die stabiel is. Maar dan moet er in die twee contactmomenten wel oprechte aandacht zijn voor de persoon.
De psychiater en ik hebben nog overwogen om de contacten terug te zetten naar twee keer per jaar, en dan rechtstreeks met hem. Maar het vooruitzicht was dat we dan alleen nog maar verplichte dingen zouden doen zoals behandelplannen maken. Dus dan kom je bij de poli om aan de regels te voldoen die aan de behandeling worden gesteld. Waar is de mens in dit alles? Ik denk in de huisartsenpraktijk.
Alette Jurgens is getrouwd, baasje van poes Streep en werkt vrijwillig bij Stichting Stil in Utrecht, deze stichting geeft hulp aan mensen zonder geldige verblijfspapieren.
photo credit: pexels.com
Meer lezen?
- Ik ga het zelf doen – autonomie terugnemen van de GGZ
- Waar kan ik terecht met mijn psychiatrische én lichamelijke klachten?
- Mijn verlangen naar erkenning
Heb je een vraag?
Onze experts beantwoorden jouw vraag in het online Spreekuur van PsychoseNet. Gratis en anoniem.
Verder lezen over goede zorg en GGZ?
Onderstaande boeken zijn geschreven door hoogleraar Jim van Os. In deze eerlijke boeken lees je meer over psychose, trauma, de nieuwe GGZ, herstel en veel meer.
Geef een reactie