Veel gezochte termen

Psychosenet Achtergrond

Zelfgevoel en psychose

Zelfgevoel: Meestal hebben mensen het gevoel dat zij het zelf zijn die denken en handelen. Hoe komen mensen aan vanzelfsprekend zelfgevoel?

Meestal hebben mensen het gevoel dat zij zelf waarnemen en dat zij het zelf zijn die denken en handelen. Als je op straat loopt, om je heen kijkt en je afvraagt of je nog op tijd ben om de trein te halen, dan heb je het gevoel dat jij het zelf bent die loopt, kijkt en denkt. Je hoeft niet na te denken over dit zelfgevoel, het gaat vanzelf en voelt natuurlijk en vanzelfsprekend.

Lieuwe de Haan en Joost Haarsma

Als je dit vanzelfsprekende zelfgevoel mist, kan dat samengaan met psychose. Zo kan je bijvoorbeeld het gevoel hebben dat iets van buiten invloed heeft op hoe je loopt of denkt. Je kan het gevoel hebben dat je bewegingen of gedachten niet meer vanzelf gaan of niet door jezelf worden aangestuurd. Dat is een vreemde ervaring.

Wij willen proberen uit te leggen hoe dit kan en daarom beschrijven wij achtereenvolgens:

1. hoe mensen aan een vanzelfsprekend zelfgevoel komen;
2. hoe je een vanzelfsprekend zelfgevoel [gedeeltelijk] kwijt kunt raken;
3. wat hiervan de gevolgen kunnen zijn;
4. wat je eraan kunt doen.

Hoe komen mensen aan een vanzelfsprekend zelfgevoel?

Om te begrijpen hoe ons zelfgevoel verstoord kan raken, is het belangrijk eerst te begrijpen hoe ons zelfgevoel normaal tot stand komt. Waarom hebben wij doorgaans het gevoel dat wij zelf verantwoordelijk zijn voor onze gedachtes en bewegingen? Wij hebben dat vanzelfsprekende zelfgevoel doordat wij ervaren dat onze acties gaan zoals verwacht.

Het werkt als volgt:

1. We maken voortdurend onbewust voorspellingen van wat we gaan ervaren als we iets denken of doen.
2. Deze onbewuste voorspellingen vergelijken we met wat we daadwerkelijk ervaren van onze gedachten of handelingen.
3. Als onze voorspelde ervaringen overeenkomen met onze daadwerkelijk ervaringen van denken of handelen, dan geeft ons dat het gevoel dat we het zelf zijn die denken en handelen. Je hebt immers voorspeld hoe het zou voelen. Doordat deze voorspelling overeenkomt met wat je waarneemt kun je onderscheid maken tussen wat jij zelf doet en wat van buiten komt [en wat dus niet door jezelf veroorzaakt wordt].

Voorspellingen

Het brein maakt dus voortdurend onbewuste voorspellingen van wat je waarschijnlijk gaat doen. Bijvoorbeeld, als jij je probeert te herinneren waar je je boodschappenbriefje hebt gestopt, dan gaat er een signaal naar het deel van de hersenen dat actief is tijdens denken en herinneren. Dat signaal voorspelt dat je je iets probeert te herinneren. Als je je dan herinnert dat het boodschappenbriefje in je broekzak zit dan komt die ervaring van je herinnering overeen met de voorspelling en daardoor heb je het gevoel dat jij het zelf bent die zich dat herinnert.

Wanneer jij je arm naar je broekzak beweegt om je boodschappenlijstje uit je zak te halen, dan stuurt je brein een signaal dat voorspelt dat jij je arm gaat bewegen en hoe dat voelt. Als je brein vervolgens een gevoelssignaal ontvangt dat je je arm beweegt, dan komt de voorspelling overeen met de ervaring van het bewegen van je arm. De voorspelling van het gevoel remt de gevoeligheid van de hersengebieden die te maken hebben met de verwerking van die gevoelens. Het valt niet zo op, het is vanzelfsprekend. Door de overeenkomst tussen voorspelling en waarneming krijg je het gevoel dat jij degene bent die je arm aanstuurt.

Onbewust

Deze voorspellingen zijn gebaseerd op onze ervaringen uit het verleden. Vanaf je geboorte leer je en op basis van het geleerde doe je voorspellingen. Je voorspelt iets en gaat na of het klopt. Door deze voorspellingen bereiden we ons zo goed mogelijk voor op de toekomst en weten we wat we zelf doen en wat “van buiten komt”. Meestal kloppen onze onbewuste voorspellingen. Als je iets waarneemt, denkt of doet, dan ervaar je daar iets bij. Als deze ervaringen [of gevoelens] precies overeenkomen met jouw onbewuste voorspellingen dan klopt het. Het gaat precies zoals je voorspeld had op grond van jouw vroegere ervaringen. We maken op een dag continu voorspellingen en hebben voortdurend ervaringen over ons denken en handelen die overeenkomen met onze voorspellingen. Hierdoor krijgen we het algemene gevoel dat “het klopt”.

Zintuigen

Door deze continue stroom van “kloppende gevoelens en ervaringen” ontstaat het gevoel dat wij zelf het middelpunt van deze gevoelens, waarnemingen, gedachten en handelingen zijn. Dit zelfgevoel ontstaat dus door de overeenkomst tussen de ervaringen of gevoelens die we voorspellen en die we daadwerkelijk ervaren. Onze zintuigelijke ervaringen, maar ook onze lichamelijke gevoelens [spierspanning, gevoelens vanuit onze buik, hartslag en ademhaling] zijn allemaal samen betrokken bij het ontstaan van dat vanzelfsprekende zelfgevoel.

Wij hebben ook geleerd hoe onze eigen bewegingen zich verhouden tot de wereld waarin we ons bevinden. Wij hebben bijvoorbeeld geleerd dat als we onze ogen van links naar rechts bewegen dat de kamer waar we naar kijken stil blijft staan, hoewel het licht op je netvlies zich verplaatst. Maar je brein interpreteert dit niet alsof de kamer beweegt, omdat je brein voorspelt en ervaart dat jijzelf verantwoordelijk bent voor je oogbewegingen. Als je (voorzichtig) je vinger op je ooglid plaatst en op die manier je ogen beweegt zul je de kamer zien bewegen, omdat in dit geval de oogbewegingen niet voorspeld worden door je brein.

Buitenwereld

Maar, hoewel de meeste van onze onbewuste voorspellingen kloppen [de waargenomen ervaring klopt met je voorspelling van die ervaring] is dat niet altijd zo. Soms zit je ernaast. Maar meestal betreft dit iets in de buitenwereld en niet jezelf. Wanneer je tijdens een armbeweging onverwachts wordt aangeraakt, zul je die aanraking als extern ervaren juist omdat het niet voorspeld was.

Dopamine

Ook als je iets hoort wat je niet verwacht, dan neem je dat waar als van buiten komend. Als er iets gebeurt dat je niet voorspeld hebt dan komt er ogenblikkelijk dopamine vrij in je hersenen. Dopamine geeft het signaal: pas op, opletten, er klopt iets niet, je voorspelling klopt niet, er gebeurt iets onverwachts. Hierdoor word je alert, en vol aandacht. Hierdoor worden gebieden in je hersenen actief die betrokken zijn bij leren, je leert nieuwe dingen. Door deze nieuwe ervaring pas je toekomstige voorspellingen aan. Daardoor zijn je voorspellingen in de toekomst beter.

Soms is het zo dat je niet goed kunt voorspellen wat er gaat gebeuren en wat je gaat ervaren. Je bent dan niet zeker van je zaak. Ook dan komt er dopamine vrij in je hoofd. Dan let je goed op en probeer je je onzekerheid te verminderen. Maar het overgrote deel van de dag kloppen je voorspellingen en ben je niet onzeker. Door die vrijwel continue stroom van ervaringen die kloppen met je voorspellingen hou je het vanzelfsprekende gevoel dat je zelf waarneemt, denkt en handelt.

Hoe kan je een vanzelfsprekend zelfgevoel [gedeeltelijk] kwijtraken?

Het vanzelfsprekende zelfgevoel ontstaat dus uit het samenvallen van vrijwel alles wat je voorspelt over jouw denken en handelen met vrijwel alles wat je ervaart. Alles wat je voelt, hoort, ziet, ruikt, proeft en doet past bij wat je onbewust voorspelt. Dit is een complex en subtiel proces.

Wanneer je voorspellingen niet helemaal kloppen of wanneer verschillende ervaringen niet helemaal bij elkaar passen, dan krijg je via het vrijkomen van dopamine het signaal dat er iets aan de hand is. Het is een signaal dat er iets onverwachts gebeurt, iets dat vreemd voor je is. Het signaal dat je een voorspellingsfout maakt. Omdat het vreemd en onverwacht is krijg je het gevoel dat er iets van buiten komt, dat het niet van jezelf is. Als dat herhaaldelijk gebeurt, dan kan je je vanzelfsprekende zelfgevoel gedeeltelijk kwijtraken.

Voorbeelden

Hieronder bespreek ik drie voorbeelden waarbij je voorspellingen niet precies passen bij je ervaringen. De voorbeelden gaan over lopen, denken en stemmen horen.

Lopen

Het kan je bijvoorbeeld gaan opvallen dat het lopen anders voelt dan normaal. Blijkbaar komt de voorspelling over jouw lopen niet helemaal overeen met wat je voelt in je benen en voeten. Doordat je voorspelling niet precies overeenkomt met wat je voelt komt er dopamine vrij in je hoofd.

Dopamine wordt actief bij voorspellingsfouten. Je gaat dan steeds meer bewust op letten op hoe je loopt en daardoor voelt het nog vreemder. Lopen dat normaal vanzelf gaat krijgt nu veel bewuste aandacht. Hierdoor vermindert het onbewuste vanzelfsprekende gevoel dat jij zelf loopt en kan je de indruk krijgen dat jij niet zelf het lopen aanstuurt. Het lijkt net alsof er iets van buiten is dat invloed heeft op je lopen.

Omdat dit een verontrustend gevoel is, ga je er steeds meer bewust op letten. Door de bewuste aandacht voelt het belangrijk en vreemd. Uiteindelijk kan je de overtuiging krijgen dat je wordt bestuurd door iets buiten jezelf. Je bent het vanzelfsprekende gevoel dat jij zelf loopt kwijtgeraakt. Maar je raakt ook in stress door deze ervaring. Hierdoor ga je er nog meer op letten.

Gedachten

Iets vergelijkbaars kan ook gebeuren met je gedachten. Gewoonlijk is het zo dat je gedachten passen bij wat je hebt meegemaakt en bij de specifieke situatie waarin je je bevindt. Je gedachten zijn dus meestal niet onverwacht voor jezelf. Blijkbaar bestaat er ook onbewust een soort voorspelling van je gedachten. Het gebeurt wel eens dat een gedachte vreemd op je over komt, zodat je je afvraagt “waar komt die gedachte nou vandaan?” Maar meestal passen de gedachten en de gevoelens die ze bij je oproepen heel behoorlijk bij je verwachtingen.

Als het vaak voorkomt dat gedachten niet overeenkomen met je voorspelling dan valt je dat op. Dopamine komt vrij in je hoofd. Je bent overvallen door je gedachten, je vraagt je herhaaldelijk af waar die vandaan komen. Doordat je ze (onbewust) niet voelde aankomen, lijken de gedachten niet van jezelf te zijn. Het voelt vreemd, verontrustend, je gaat er nog meer op letten en je kan de overtuiging krijgen dat iets van buiten invloed heeft op jouw gedachten, of dat de gedachten niet van jezelf zijn.

Stemmen horen

Je kan ook stemmen horen terwijl er niemand in de buurt tegen je praat. Deze ervaring kan ontstaan op een vergelijkbare manier als hierboven beschreven. Gedachten en herinneringen kunnen bij je opkomen zonder dat je ze onbewust verwachtte. Je zag ze als het ware niet aankomen. Normaal wordt de gevoeligheid van je de centra die geluid verwerken in je hoofd geremd als je onbewust voorspelt dat er gedachten of herinneringen aankomen. Dat is heel handig, want je kan niet denken of je iets herinneren en tegelijkertijd goed naar iets anders luisteren. En het is ook handig omdat je dan geen last hebt van het geluid dat jezelf veroorzaakt als je praat.

Ook als je niet echt spreekt, maar denkt of in jezelf praat dan wordt een remmend signaal gezonden naar de gebieden in je hersenen die geluid verwerken. Maar als je ze niet (goed) voorspelt dan is de gevoeligheid van je de centra die geluid verwerken niet geremd. Gedachten of herinneringen die je niet voorspelt, zijn vreemd voor je, ze lijken niet van jezelf te komen. Als dat gebeurt terwijl je geluidsverwerkingscentrum gevoelig is dan kan je de ervaring krijgen dat je die gedachten of herinneringen echt hoort en dat ze van buiten lijken te komen. Omdat dit niet klopt met je voorspelling krijg je via dopamine een foutmelding.

Onverwacht en vreemd

Het is onverwacht en vreemd voor je en lijkt het van buiten te komen. Omdat dat verontrustend is komt er nog meer dopamine vrij in je hoofd waardoor je het nog vreemder vindt en er nog meer op gaat letten.

Waarschijnlijk is het zo dat dopamine zelf ook de voorspellingen verstoort waardoor alles van buiten lijkt te komen. En daardoor neemt dopamine nog verder toe. Je gaat steeds meer opletten en ervaart toenemende stress. Behalve dopamine speelt ook glutamaat en de NMDA_receptor een rol bij het waarnemen van gevoelens. Het is dus geen wonder dat drugs die de NMDA receptor beinvloeden, zoals ketamine, het zelfgevoel kunnen verstoren.

Iedereen maakt onbewuste voorspellingsfouten. Sterker nog, door onbewuste voorspellingsfouten op te merken, leren we nieuwe vaardigheden en ideeën. Maar, als er teveel voorspellingsfouten optreden, dan kan je overspoeld worden met waarschuwingssignalen. Het natuurlijke gevoel dat je jezelf bent, staat dan onder druk.

Stress

Hoe het komt dat sommige mensen (meestal in stressvolle periode van hun leven) veel last hebben van voorspellingsfouten is niet precies duidelijk. Onderzoekers denken dat het te maken heeft met een subtiel probleem in de samenhangende verwerking van gevoelens en ervaringen. Het zou kunnen komen doordat de timing van de voorspelling niet klopt. Behalve dat dopamine vrijkomt als er een voorspellingsfout is, zou het ook kunnen dat een hogere dopamineactiviteit de verwachtingen verstoort, en maakt dat dingen die jezelf doet van buiten lijken te komen. Dit veroorzaakt vervolgens weer een versterking van de dopamine afgifte.

Het is in ieder geval niet iets dat jouw schuld is. Het gebeurt onbewust. Je kan het niet verhelpen door beter je best te doen.

Wat kunnen de gevolgen zijn van een verminderd vanzelfsprekend zelfgevoel?

Meestal voel je je onzeker als je een minder vanzelfsprekend zelfgevoel hebt. Vroeger ging het vanzelf, dacht je er niet over na, nu valt het op en heb je minder grip. De wereld lijkt anders en je hebt ook minder het gevoel dat jij zelf controle hebt. Je kan ook het gevoel van mentale privacy kwijtraken. Normaal weet je dat jouw gedachten privé zijn, maar nu lijkt dat niet meer zo. Daardoor voel je je kwetsbaar.

Hierboven beschreven wij dat subtiele onbewuste voorspellingsfouten aanleiding kunnen geven tot indrukwekkende ervaringen met lopen, denken en stemmen horen. Deze bijzondere ervaringen zijn niet in overeenstemming met je vroegere vertrouwde wereldbeeld en opvattingen over jezelf. Alles lijkt op losse schroeven te staan. Het geeft je het verontrustende gevoel dat er iets aan de hand moet zijn, dat er iets totaal veranderd is. Je hebt een nieuwe verklaring nodig voor wat er aan de hand is.

Ervaringen

Die ervaringen [bijvoorbeeld het gevoel dat je niet zelf loopt, of dat het niet je eigen gedachten zijn die in je hoofd opkomen, of dat je stemmen hoort terwijl er niemand in de buurt is die tegen je spreekt] zijn heel indrukwekkend. Dopamine maakt je er alert op en hierdoor wil je uitzoeken wat er aan de hand is. Als deze ervaringen langer duren en indrukwekkend blijven, dan heb je een nieuwe opvattingen over jezelf en de wereld nodig die deze ervaringen kan verklaren. Er moet iets bijzonders aan de hand zijn.

Zo kan je de overtuiging krijgen dat je bestuurd wordt door een kracht buiten jezelf, of dat gedachten in jouw hoofd van buiten komen, of dat anderen in jouw hoofd spreken. Je raakt hiervan overtuigd, omdat het past bij jouw indrukwekkende ervaringen. Met dit nieuwe beeld van jezelf en de wereld snap je beter wat je meemaakt. Maar je hebt deze nieuwe overtuiging in je eentje. Niemand anders denkt er zo over. Anderen hebben jouw ervaringen ook niet. Dat voelt eenzaam en dat geeft problemen.

Conflicten

Je kan conflicten krijgen met anderen omdat zij vinden dat je niet zo raar moet doen. Ook kan je het gevoel krijgen dat je nergens veilig bent en dat je daarom andere mensen moet vermijden. Je staat alleen in je overtuiging en je kan de neiging hebben om je te isoleren. Daardoor denk je nog meer na over je ervaringen en over je overtuigingen. Alles wat je aandacht geeft groeit en wordt belangrijker. Zo kan het gebeuren dat anderen tegen je zeggen dat je waanideeën, wanen of hallucinaties hebt, dat je een psychose hebt. Terwijl jij de overtuiging hebt dat jij zelf en de wereld veranderd zijn door al die indrukwekkende ervaringen die je hebt.

Een ander gevolg van een minder vanzelfsprekend zelfgevoel kan zijn dat je minder motivatie voelt. Je trekt je terug en voelt je minder actief, alsof je je oriëntatie, je kern bent kwijtgeraakt. Het vanzelfsprekende gevoel dat jij acties kunt beginnen lijkt verder weg.

Wat kan je doen aan een minder vanzelfsprekend zelfgevoel?

De subtiele onbewuste voorspellingsfouten die de oorzaak zijn van het minder vanzelfsprekende zelfgevoel kan je niet zomaar verhelpen. Gelukkig kun je wel wat doen om er minder last van te krijgen. Er zijn in ieder geval 3 dingen die kunnen helpen. Hieronder bespreken we ze.

1. Zorgen dat dopamine minder actief wordt
2. Aandacht richten op datgene wat jij belangrijk vindt in je leven
3. Contact met anderen. Deze 3 acties helpen om minder last te krijgen van verontrustende ervaringen en maken de kans groter dat je geruststellende ervaringen krijgt

1. Zorgen dat dopamine minder actief wordt

Dopamine wordt actiever als je drugs gebruikt, als er onbewuste voorspellingsfouten zijn, als je je onzeker of gestrest voelt en als je iets bedreigends hebt meegemaakt. Het allereerste wat je dus kan doen is stoppen met het gebruiken van drugs. Dan stop je met het aanjagen van dopamine en dat kan al enorm helpen.

Soms is dat niet genoeg om te herstellen. Dan kan het helpen om er met antipsychotica voor te zorgen dat dopamine geremd wordt, waardoor je minder signalen krijgt dat er iets niet klopt. Hierdoor word je rustiger, minder alert, en denk je minder overal over na. Je kan weer rustiger over andere dingen denken. Je krijgt niet meer voortdurend meldingen door dopamine dat er voorspellingsfouten zijn.

Antipsychotica

Omdat je dopamine ook nodig hebt voor je gewone functioneren moet je zoeken naar de laagst mogelijke dosering van antipsychotica die de overmatige activiteit van dopamine voldoende remt zonder dat het andere gevoelens teveel afvlakt.

Door een omgeving op te zoeken waarin je je rustig en veilig voelt en door contact met vrienden en familie kun je je minder onzeker en gestrest voelen. Daardoor kan de activiteit van dopamine afnemen waardoor je minder last ervaart. Als je dopamine erg actief is, dan helpt een rustige omgeving en contact met vrienden en familie wel, maar dat alleen is vaak niet voldoende om te herstellen.

Trauma

Als je iets hebt meegemaakt wat bedreigend was kan dat traumatisch zijn. Hierdoor zit je opgescheept met sterke negatieve voorspellingen over anderen en de wereld om je heen. Ook hierdoor wordt dopamine actiever. Je let meer op, want je kan er niet zeker van zijn dat je veilig bent. Traumabehandeling kan helpen om de overmatige activiteit van dopamine te verminderen.

2. Aandacht richten op datgene wat jij belangrijk vindt in je leven

Het is meestal erg moeilijk om nare gedachten, gevoelens en ervaringen te veranderen. Dat komt ook omdat je veel aandacht geeft aan nare gedachten, gevoelens en ervaringen als je deze probeert te veranderen. En alles wat je aandacht geeft groeit juist. Daarom kan het helpen om je aandacht te richten op andere zaken die jij waardevol vindt. Dan kan van alles zijn: muziek, natuur, kunst, sport, vrienden, familie, leren, en werken.

Het gaat erom dat het waardevol voor jou is. Alle aandacht die je hierop richt, gaat naar iets waardevols. Hierdoor krijg je meer geruststellende en prettige ervaringen. Daarnaast sta je minder stil bij vreemde en verontrustende ervaringen. Het netto-effect is dat problemen met je vanzelfsprekende zelfgevoel minder op de voorgrond staan en dat je tevredenheid en zelfvertrouwen toeneemt.

3. Contact met anderen

Door de verontrustende ervaringen, de overtuigingen die je daarvan kreeg en verminderde motivatie heb je de neiging om andere mensen te vermijden. Hierdoor draai je vast in je eigen gedachten. Daardoor bestaat de kans dat je steeds meer alleen komt te staan. Dat is erg, omdat wij mensen elkaar nodig hebben.

Contact met vrienden, familie heb je nodig om je veilig, rustig en verbonden te voelen. Het helpt vooral als je in contact met anderen je kan richten op dingen die jullie samen belangrijk vinden en samen kunnen doen. Samen muziek maken, of naar muziek luisteren, sporten, spelletjes doen, studeren, werken, wandelen en reizen.


Lieuwe de Haan is als hoogleraar betrokken bij de academische werkplaats ernstige psychotische aandoeningen. In zijn onderzoek richt hij zich op onderwerpen die belangrijk zijn voor de diagnostiek of behandeling van mensen die een psychose hebben of hebben gehad. Thema’s van zijn onderzoek zijn o.a. herstel, perspectief van patiënten en familieleden, een gedeeld verhaal en lichamelijke gezondheid.

Joost Haarsma doet momenteel een postdoc aan het University College in Londen. Hij heeft zijn PhD afgerond aan de Universiteit van Cambridge, waar jij de neurobiologie van wanen en hallucinaties bestudeerde. Door een gemeenschappelijke taal te vinden die psychologie en neurobiologie verbindt, hoopt hij een beter begrip te krijgen van de oorzaken van psychische aandoeningen.

Meer lezen over psychose?

Heb je een vraag?

Onze experts beantwoorden jouw vraag in het online Spreekuur van PsychoseNet. Gratis en anoniem.

Wil je PsychoseNet steunen?

Wordt donateur en help ons om mooie projecten te realiseren.