Het leven is moeilijk, altijd, overal, en voor iedereen. Maar een deel van onze pijn is te voorkomen door zelfkennis. We weten veel van aardrijkskunde, computeren, reizen naar de maan en kunstmatige intelligentie. Maar we lijden omdat we te weinig weten over een belangrijk deel van onszelf: onze emoties. Het boek An Emotional Education gaat over hoe je je emoties kunt leren begrijpen. Iets wat je nooit op school leert, maar wat helaas wel noodzakelijk is om een verstandig en goed leven te leiden.
SELECTIEF
Hieronder enkele door mij vertaalde lange citaten uit het geweldige boek An Emotional Education. De citaten komen uit de introductie, geschreven door Alain de Botton. Hij is wat breedsprakig, dus hier en daar wat veranderd.
Alain de Botton vertelt eerst hoe goed wij zijn in onderwijs, in het succesvol overbrengen van echt allerlei soorten kennis. Maar wat hij opvallend vindt, is hoe selectief we zijn in de onderwerpen waarvan we vinden dat we iets moeten leren. Onze energie is overwegend gericht op materiële, wetenschappelijke en technische onderwerpen, en niet op psychologische en emotionele onderwerpen. We maken ons veel zorgen over de vraag hoe goed de volgende generatie zal zijn in wiskunde, maar heel weinig zorgen over hun vaardigheden op het gebied van liefde en vriendelijkheid. Daarnaast besteden we buitensporig veel uren aan het leren over tektonische platen en wolkenformaties, en relatief weinig aan het doorgronden van schaamte en woede.
We nemen aan dat emotioneel inzicht onnodig of in essentie niet aan te leren is, dat verstand noch methode er vat op heeft, iets dat het beste kan worden overgelaten aan het instinct en de intuïtie van elk individu. Het wordt aan onszelf overgelaten om onze eigen weg te vinden in onze onwaarschijnlijk gecompliceerde geest – een idee dat net zo merkwaardig (en verstandig) is als suggereren dat elke generatie de wetten van de natuurkunde opnieuw zelf moet uitvinden.
ROMANTIEK
Dat we zo positief denken over ongeschoolde intuïtie komt omdat we (misschien zonder het te beseffen) de gekwelde erfgenamen zijn van wat je kan noemen: een romantische kijk op emoties. De Romantiek, die in de achttiende eeuw in Europa begon en zich sindsdien overal verspreidde, begon te twijfelen aan het nut om je verstand te gebruiken wat betreft je gevoelsleven: laat liever spontane gevoelens gewoon de vrije loop.
De Romantiek adviseerde om ons bij de keuze van onze huwelijkspartner te laten leiden door onmiddellijke aantrekkingskracht. We worden aangespoord om ons werk te kiezen door naar ons hart te luisteren. We worden vooral aangespoord om nooit te veel na te denken, want het koude verstand mag de wijsheid van het gevoel niet onderdrukken.
De resultaten van de romantische filosofie zijn overal zichtbaar: enorme vooruitgang op materieel en technologisch gebied in combinatie met een verbijsterende stilstand op psychologisch gebied. We zijn net zo slim met onze machines en technologieën als dat we dom zijn in het beheer van onze emoties. Qua wijsheid zijn we niet veel verder dan het stenen tijdperk. We hebben de technologie van een geavanceerde beschaving die wankel balanceert op een emotionele basis die niet veel ontwikkeld is sinds we in grotten woonden. We hebben de verlangens en de vernietigingsdrift van primitieve apen die in het bezit zijn gekomen van atoombommen.
EMOTIONELE INTELLIGENTIE
Emotionele intelligentie blijft een eigenaardig klinkende term, omdat we vastgeroest zitten in het denken over intelligentie alsof het één ding is, in plaats van wat het eigenlijk is: een verzamelbegrip voor wat in feite een reeks vaardigheden is, gericht op een aantal verschillende uitdagingen. Er is wiskundige intelligentie en culinaire intelligentie, intelligentie rond literatuur en intelligentie ten opzichte van dieren. Wat zeker is, is dat er niet zoiets bestaat als een overwegend intelligent of een volledig dom persoon. We zijn allemaal verbazingwekkend goed in het verprutsen van ons leven, ongeacht het prestige van onze universitaire diploma’s. We zijn nooit te beroerd om een oprechte bijdrage aan dat verprutsen te leveren, hoeveel bijzondere kwalificaties we ook hebben.
Als we het hebben over emotionele intelligentie, dan bedoelen we – eerder humanistisch dan wetenschappelijk – dat iemand de belangrijkste onderdelen van emotioneel functioneren begrijpt. We bedoelen: hun vermogens tot zelfreflectie en communicatie, om de stemmingen van anderen aan te voelen en om met geduld, vriendelijkheid en fantasie om te gaan met de minder mooie momenten van de mensen om hen heen. De emotioneel intelligente persoon weet dat liefde een vaardigheid is, geen gevoel, en dat die vaardigheid inhoudt: vertrouwen, kwetsbaarheid, vrijgevigheid, humor, seksueel begrip en selectieve berusting.
Een emotioneel intelligent persoon
Deze emotioneel intelligente persoon gunt zichzelf de tijd om te bepalen wat zijn werk zin geeft en heeft het vertrouwen en de vasthoudendheid om te proberen een compromis te vinden tussen zijn innerlijke prioriteiten en de eisen van de wereld. De emotioneel intelligente persoon weet hoe hij hoopvol en dankbaar kan zijn, terwijl hij nooit vergeet dat het leven in principe tragisch is. De emotioneel intelligente persoon weet dat hij slechts op enkele gebieden en op bepaalde momenten mentaal gezond zal zijn, maar is vastbesloten om zijn tekortkomingen te begrijpen en anderen daar tijdig, met verontschuldigingen en charme, voor te waarschuwen.
Voortdurende tekortkomingen wat betreft emotionele intelligentie zijn helaas geen kleinigheid. Er zijn maar weinig rampen, in ons eigen leven, of in de relaties tussen landen, die niet uiteindelijk hun oorsprong vinden in emotionele domheid.
IMPERFECTIE
De belangrijkste reden waarom we ons niet goed voelen is misschien wel ons geloof in de perfect gelukkige mens. We worden tot collectieve razernij gedreven door het ogenschijnlijk vriendelijke, maar in werkelijkheid alles kapot makende idee dat het voor ons mensen mogelijk is om volledig en blijvend gelukkig te zijn.
Duizenden jaren lang wisten we wel beter. We waren misschien bijgelovig en goedgelovig, maar we geloofden niet in volledig en blijvend gelukkig zijn. Alle substantiële inspanningen – trouwen, kinderen opvoeden, werk, politiek – werden gezien als bronnen van enorme ellende. Het boeddhisme beschreef het leven als een lijdensweg. De Grieken benadrukten het tragische van elke menselijke onderneming. En het christendom interpreteerde ieder van ons als getekend door een goddelijke vloek.
Het begrip “erfzonde” werd voor het eerst geformuleerd door de filosoof Sint Augustinus in de nadagen van het Romeinse Rijk. Het benadrukte dat de mensheid intrinsiek, in plaats van per ongeluk, gebrekkig was. We lijden, voelen ons verloren en geïsoleerd, gaan gebukt onder zorgen, weten niet wat onze talenten zijn, weigeren liefde, hebben geen empathie, mokken, zijn geobsedeerd en haten. Dit zijn niet slechts persoonlijke gebreken, maar vormen de essentie van het menselijk dier. We zijn gebroken wezens en dat zijn we al sinds onze verdrijving uit de Hof van Eden.
Dit zou niet moeten voelen als een bestraffende observatie, maar meer als een bevrijding van de druk van 200 jaar wetenschappelijk voorgeschreven geloof in de mogelijkheid van vooruitgang.
TROOST
Ons gezond verstand zegt dat er niet “een oplossing” is, of zelfhulp, die al onze problemen helemaal laat verdwijnen. Waar we op zijn best naar kunnen streven is troost – een woord dat duidelijk weinig glamour uitstraalt. Geloven in troost betekent dat je genezing kan vergeten; het betekent accepteren dat het leven eerder een hospice is dan een ziekenhuis. Maar wel een hospice dat we zo comfortabel, interessant en vriendelijk mogelijk willen maken.
Een filosofie van troost leidt ons naar twee belangrijke remedies: begrip en kameraadschap. Dus begrijpen wat ons probleem is en weten dat we er niet alleen voor staan.
Begrip laat de pijn niet op magische wijze verdwijnen, maar dat begrip kan wel verhinderen dat die pijn je meesleurt in verdere ellende. We weten tenminste wat ons kwelt en waarom. Onze grootste angsten worden in toom gehouden en tranen kunnen worden omgezet in wijsheid-door-schade-en-schande.
Het helpt ook enorm om te weten dat we in goed gezelschap zijn. Ondanks de opgewekte toon van onze maatschappij, is er troost in de ontdekking dat iedereen, thuis in zijn eentje, natuurlijk net zo verbijsterd en bedroefd is als wij. Weten dat we niet de enigen zijn is geen leedvermaak, maar gewoon een enorme opluchting.
François de Waal
Meer lezen van François de Waal?
Meer lezen over onze kwetsbaarheid?
- Er is iets mis met mij – het universele geheim van de mens
- Pleidooi voor emotionele vaardigheden
- A therapeutic journey, Alain de Botton – boekbespreking
Heb je een vraag?
Onze experts beantwoorden jouw vraag in het online Spreekuur van PsychoseNet. Gratis en anoniem.
Ken je de hoofdstukken van PsychoseNet al?
De professionals van PsychoseNet schreven deze hoofdstukken met betrouwbare, hoopgevende informatie.















Geef een reactie