Soms voelt herstel als een onbereikbaar doel, een plek waar je eerst moet zijn voordat je überhaupt kunt beginnen. Maar wat als precies dat begin bij herstel, hoe klein ook, juist de sleutel is? In dit persoonlijke verhaal beschrijft Hazel (pseudoniem) hoe haar oude hobby een metafoor werd voor het leren herstellen in kleine stappen.
De ‘ik moet eerst herstellen’-paradox
Veel activiteiten die in theorie misschien helpend zijn bij herstel, kan ik niet doen. In het dagelijks leven merk ik continu dat mijn geheugen is gekrompen, ik niet kan schakelen tussen taken, geen overzicht heb en laveer tussen ontregeling en uitputting. De dag doorkomen is al een uitdaging; extra dingen kunnen voor mijn gevoel pas als ik meer hersteld ben.
Alle leuke dingen die ik wel zou willen proberen zijn te ver, te ingewikkeld of te lang. Ik zit vast in een lege zone waarin ik afwacht en hoop dat ik op een dag plots hersteld genoeg ben om iets te kunnen. Ondertussen voel ik me somberder en angstiger worden en lijkt herstel verder weg dan ooit.
Proberen en verdragen, het lukt nog niet
Het gevoel dat het niet de goede kant op gaat, overheerst steeds meer, toen ik op een middag mijn fluit weer tegenkwam op zolder. Als kind en tiener heb ik jarenlang fluit gespeeld. Misschien dat dit nog in mijn vingers zit? Een fluit moet na jarenlange stilstand weer ingespeeld worden. Dat probeer ik een aantal keer per week, maar er lijkt geen vooruitgang.
Na tien minuten blazen geeft mijn fluit er de brui aan, wekenlang geen verbetering. Precies hoe ik mezelf voel: mijn herstelvermogen is niet meer aanwezig, zo lijkt het. Maar die tien minuten gaan oké. Het is september, het seizoen van de volksuniversiteit is net gestart. Er is ook fluitles, precies nog een plekje vrij, om de week, een half uur, op een handig tijdstip, vlakbij. Dat is misschien haalbaar. Ik koop een goedkope andere fluit en volg een proefles.
Dit kon ik toch al lang?
Gelukkig tref ik een docent, Janneke, die de nodige eigen ervaring heeft met allerlei klachten, dus ze knikt begrijpend als ik moeite heb met blijven staan en herhaalt instructies als ik maar de halve zin meekrijg. Mezelf een half uur concentreren is erg inspannend en ik kom de eerste paar keer uitgeput en doorweekt thuis.
Het voelt gek om weer te spelen uit de eerste oefenboekjes voor beginnende fluitisten, met mijn +15 jaar ervaring. Dit kon ik toch al lang? Ik raak gefrustreerd dat mijn vingers en hoofd niet doen wat ik van ze verwacht. De vingerzetting lukt nog, maar hoe de noten heten? Welk ritme iets is? Zelfs stabiel tellen lukt niet. Ik maak fout op fout op fout.
Ik houd niet vast wat ik eerder heb geoefend. En als ik dan een eenvoudig melodietje weer enigszins in de vingers lijk te hebben, blijkt in de les dat ik iets anders heb gespeeld dan dat er staat. Tijdens de les moet Janneke haar uitleg steeds herhalen omdat ik de terminologie niet meer begrijp. Ik vraag me af of dit niet veel te hoog gegrepen is en of ik dit ooit nog zal kunnen.
Weer leren oefenen
Janneke wil weten hoe ik thuis oefen, wanneer en waar. Ze merkt op dat ik direct resultaat verwacht, geen fouten wil maken en niet gericht ben op wat ik met de muziek wil zeggen. Ik verwacht van mezelf dat als ik de noten los kan spelen, ik ze ook achter elkaar kan spelen, in het ritme en op toon en met de juiste ademtechniek. Ik doe een soort klaar voor de start hup door de hoge hoepel.
Ik merk direct het effect op mijn lijf als ik het in één keer goed wil doen: ik krijg het warm, word wazig, ga trillen en kan niet meer staan. Ik krijg daardoor meer zicht op wat de aanleiding is voor al die sensaties en klachten, in plaats van ze te zien als iets wat mij toevallig op dat moment overkomt.
Stap voor stap leren
Ik krijg uitleg over hoe professionals dit aanpakken, hoe zij wat ze spelen langzaam opbouwen. Janneke leert me trucjes om eerst het ritme te spelen op één toon, voordat ik de verschillende noten speel; eerst de noten doorlezen terwijl ik de vingerzetting doe, zonder te blazen. Oefenen blijkt veel meer stap voor stap te kunnen.
Ze merkt dat ik geneigd ben om door te spelen terwijl ik de draad of beter gezegd de notenbalk ben kwijtgeraakt. Ze leert me om na iedere maat even rust te houden, alvast vooruit te kijken welke noten komen, dan weer een maat te spelen, dan weer rust. Als ik me wazig ga voelen, dan ga ik dus te snel. Doseren, doseren, doseren. Dat helpt: mijn lijf reageert kalmer, mijn hoofd blijft wat helderder en ik word minder moe terwijl ik speel. En ik stop met proberen Janneke te laten merken dat ik hard heb geoefend.
Weer leren beginnen
Het grootste struikelblok blijkt ademtechniek. Ik heb last van chronische hyperventilatie en heb moeite met goed uitademen, waardoor duidelijk praten ook vaak moeilijk is. Zodra ik een gesprek moet voeren, gaat mijn keel dicht en word ik hees.
Mijn ervaring van vroeger met fluiten was dat het zo zacht mogelijk moest, zodat anderen er geen last van hebben. Voor die opvatting heeft Janneke geen goed woord over: de buren mogen blij zijn dat ik geen trombone speel. Een fluit is een van de zachtst klinkende instrumenten; ik mag best geluid maken. Ik krijg allerlei blaasoefeningen. En gelijk met dat het beter lukt om goed uit te ademen en tonen goed te laten klinken, lukt het ook beter om me uit te spreken als ik iets niet wil en mijn mening te geven zonder daar achteraf uren over te piekeren of er keelpijn van te krijgen.
Herstellen in kleine stappen
Mijn leercurve is anderhalf jaar later niet veel steiler geworden; ik vergeet vaak direct wat ik net heb geleerd, maar ik heb wel plezier. Ik speel korte stukjes van liedjes die ik mooi vind, ik werk lang aan dezelfde stukken. Ik sta mezelf meer toe om lerende te zijn.
Het oefenen met fluiten doorbreekt een patroon waarin ik beland ben: niet aan iets durven te beginnen omdat het er onheilspellend uitziet, zwart van de noten. Zolang ik niet stap voor stap mag gaan van mezelf en het meteen moet kunnen, durf ik natuurlijk niet te beginnen. Terwijl ik blijf oefenen, lukt het ook buiten de fluitmomenten om heel langzaam te beginnen met iets, een breiwerkje, een opruimklus, tussendoor vaak te stoppen, weer even na te denken of uit te rusten en later weer verder te gaan. Beter nu een eenvoudig melodietje dan een niet gespeeld concert.
Hazel is in de veertig en op een zoektocht naar herstel, nadat ze een aantal jaar geleden is vastgelopen. Hazel houdt van tuinieren, lezen en metaforen.
Meer lezen over Herstel?
- Werken aan je herstel – 10 handige tools om te gebruiken
- De beren op mijn weg – zorgvrij leren herstellen
- De ‘Schok’-theorie – uit de negatieve mentale loop komen
Heb je een vraag?
Onze experts beantwoorden jouw vraag in het online Spreekuur van PsychoseNet. Gratis en anoniem.
Ken je de mini-College’s van PsychoseNet al?
Bekijk PsychoseNet college’s van Jim van Os over zorg en herstel, van depressie tot psychose.
Geef een reactie