Liam worstelt al lange tijd met het idee dat veel van zijn familieleden aan een depressie lijden. Hij wil er alles aan doen om zelf niet depressief te worden, en vooral om dit voor zijn dochters te voorkomen. Maar is dat eigenlijk mogelijk? Nadat hij zelf in een zware depressie belandde, is hij gaan reflecteren op dit vraagstuk.
Psychische ziekte en opname lijken door mijn familie te lopen. Drie van mijn grootouders werden opgenomen; twee van hen kregen ECT. Mijn vader bracht decennia door in en uit de kliniek, onderging herhaalde reeksen ECT, overleefde zelfmoordpogingen en bezweek uiteindelijk aan de ziekte. Ook mijn zus werd opgenomen met een depressie en kreeg ECT. En toen kwam ik — bijna een jaar in het ziekenhuis, mijn eigen reeks ECT. Al die tijd achtervolgde één vraag me bijna obsessief: Wat zal er gebeuren met mijn dochters? Wat doet deze ziekte nu met hen?
Ritme en routine. Zin en doel. Vriendschap en liefde.
Wanneer je het gewicht van generaties ziekte draagt, kun je niet anders dan de onvermijdelijkheid ervan voelen. Jarenlang vocht ik ertegen. Ik sprak over mijn gevoelens. Ik zocht therapie als ik moeilijke periodes had. Ik bouwde een breed en liefdevol netwerk van vrienden en buren, zocht werk dat betekenisvol was, voedde mijn geestelijk leven en wortelde me in de gemeenschap. Ik was gezegend met een liefdevolle en steunende partner. Ritme en routine. Zin en doel. Vriendschap en liefde. Openheid en steun. Eén voor één zette ik alle beschermende factoren die ik kende op een rij. En rond mijn dertigste durfde ik te geloven: ik heb het gedaan. Ik heb de cirkel doorbroken. Natuurlijk zouden er nog hobbels komen, maar ik wist hoe ik daarmee om moest gaan.
En toen gebeurde het. Een jaar na de dood van mijn vader gleed ik plotseling weg in een diepe depressie en belandde in een crisisafdeling. Ik liep de voetstappen die ik mijn hele leven had proberen te vermijden.
Hoe kan ik dan ooit mijn dochters beschermen?
Het was een brute slag voor mijn gevoel van eigenwaarde. Meer nog, het bracht de angstige gedachte: als zelfs alles “goed” doen mij niet beschermde, hoe kan ik dan ooit mijn dochters beschermen? Plotseling beleefde weer een generatie de ontwrichtende realiteit van een ouder die onherkenbaar was geworden in spraak, houding en gedrag. Ik was er zeker van dat ik hen onherstelbaar beschadigde.
Toch is de ervaring van mijn dochters niet die van mij, en ook niet die van mijn vader. Mijn vrouw, sterk en geworteld, mobiliseerde hulpbronnen en netwerken om hen heen. De liefdevolle steun van familie, buren en gemeenschap, het begrip en de bereidheid tot steun van hun school, de grotere maatschappelijke openheid rondom psychische gezondheid. Dit alles vormt een bron van bescherming.
Het is niet in mijn handen
En toch heb ik moeten accepteren dat dit niet in mijn handen ligt. Mijn dochters kunnen psychisch lijden. Ze kunnen pijn ervaren waar ik ze zo graag voor zou willen behoeden. Dat te accepteren vergde een verschuiving in mijn hele manier van kijken naar lijden. Ik moest terug naar de Geschriften van mijn geloof, om te reflecteren op de aard van lijden en op de kern van wie wij werkelijk zijn. Als de ware realiteit van mijn dochters — net als die van mij, en die van iedereen — hun onsterfelijke, ongrijpbare spirituele identiteit is, dan kan ziekte hen niet definiëren. Lijden kan verwoesten, ja, maar het kan ook transformeren.
Dit is geen romantisering van psychische ziekte, en ook geen overgave aan haar onvermijdelijkheid. Ik wil dat mijn dochters elke mogelijke beschermende factor hebben — niet alleen als vangnet, maar als fundament van een rijk en vervuld leven. Maar als ziekte hen toch treft, wil ik dat ze weten: dit is niet het einde, geen mislukking. Het definieert hen niet. Het kan hen vormen, hun toekomst veranderen, maar het kan ook een bron van kracht worden.
Het is goed. Het zal goed komen.
Ik ben zelf nog in herstel, dus misschien is dit evenzeer een boodschap aan mijzelf als aan hen. Misschien zal ik nooit begrijpen waarom ik hier ben beland, in deze situatie. Maar het is goed. Het zal goed komen. En zelfs in pijn leer ik vaardigheden, inzichten en eigenschappen die ongetwijfeld waarde hebben. Mijn erfenis kan geen volledige bescherming zijn, geen garantie van voorkomen. Maar zij kan wél hoop zijn.
Liam Stephens (1989) is een Schotse onderzoeker in jeugdontwikkeling, woonachtig in Utrecht met zijn vrouw en twee dochters. Hij leeft met een ernstige depressie en schrijft de afgelopen twee jaar gedichten en artikelen over ziekte, herstel en de kracht van gemeenschap.
Meer lezen over Depressie?
- Depressie ontmaskerd – het is wanhoop
- Leven met een depressie – mijn leven zonder plan
- Dysthymie, leven met een zwart gat!
Heb je een vraag?
Onze experts beantwoorden jouw vraag in het online Spreekuur van PsychoseNet. Gratis en anoniem.
Ken je de mini-College’s van PsychoseNet al?
Bekijk PsychoseNet college’s van Jim van Os over zorg en herstel, van depressie tot psychose.






Geef een reactie