Veel gezochte termen

Psychosenet blog

Auteur

Bram-Sieben

Bram-Sieben schrijft maandelijks een bijdrage voor Psychosenet. Hij is actief voor patiëntenvereniging Anoiksis. Ook is hij als  onderzoeksmedewerker betrokken bij HAMLETT en OPHELIA. Dat zijn twee grote Nederlandse onderzoeken naar het gebruik en afbouw van anti-psychotische medicijnen.

Antipsychotica afbouwen: medicijnsoort bepaalt terugvalrisico

Veel mensen die herstellen van een psychose willen hun antipsychotica afbouwen. Maar antipsychotica afbouwen gaat gepaard met terugvalrisico.
Fotocredits: Pixabay; qimono

Veel mensen die herstellen van een eerste psychose willen hun antipsychotica afbouwen of stoppen. Maar het afbouwen van antipsychotica kan best lastig zijn, omdat het ook gepaard gaat met een terugvalrisico. Daarom is het belangrijk om dat zo veilig mogelijk te doen. Daarbij kan je denken aan “Hoe snel is een goede afbouwsnelheid?” en “Welke antipsychotica zijn veiliger om mee af te bouwen?”. In deze blog wordt een wetenschappelijk artikel samengevat dat ingaat op precies die vragen. Het artikel richtte zich vooral op mensen die een eerste psychose hebben gehad, en die als onderdeel van de HAMLETT-studie goed werden begeleid tijdens het afbouwen.

De blog is geschreven op basis van een artikel(*) van onder andere Shiral Gangadin en Franciska de Beer. In samenspraak met hen geschreven door Bram-Sieben Rosema, met hulp van Sterre Kamphuis onder supervisie van Iris Sommer met data van de HAMLETT-studie.

Dopamine en afbouwen

Antipsychotica werken door bepaalde receptoren in de hersenen te blokkeren, met name de dopamine D2-receptoren. Die receptoren zijn plekken waar dopamine, een belangrijke boodschapperstof in het brein, zich aan kan hechten. Te veel dopamine wordt vaak in verband gebracht met psychoses. Door de dopamineverwerking in het brein te remmen, helpen antipsychotica om psychotische symptomen te verminderen.

Er wordt gedacht dat de hersenen zich aanpassen aan de blokkade door antipsychotica. Er zouden bij een blokkade door het lichaam meer receptoren gevormd worden. Dat is om in een nieuw evenwicht toch voldoende signalen door te kunnen geven. Door dan te stoppen met antipsychotica zijn er ineens veel meer receptoren beschikbaar. Dat zou dan leiden tot een sterke toename in dopaminesignaal, met als gevolg een terugval in een psychose. Er zijn echter aanwijzingen dat als je langzaam afbouwt, de hersenen zich makkelijker kunnen aanpassen aan die toename in dopaminesignaal. Dan worden er gedurende die periode steeds wat minder receptoren gevormd voor een nieuw evenwicht. Zo wordt een terugval voorkomen. Dit kan bij verschillende antipsychotica net wat anders gaan.

Er zijn drie groepen

Niet alle antipsychotica werken namelijk precies hetzelfde op het dopaminesysteem. Er zijn grofweg drie groepen te onderscheiden. Er zijn antipsychotica die sterk aan de dopaminereceptoren binden en het dopaminesysteem sterk blokkeren, zoals haloperidol, risperidon, amisulpiride. Daarnaast zijn er antipsychotica die het dopaminesysteem wat milder blokkeren, zoals olanzapine, quetiapine en clozapine. En er is een derde groep die het wat anders aanpakt en het dopaminesysteem lichtjes stimuleert, maar wel minder dan je zonder antipsychotica zou hebben. Hierdoor wordt er nog steeds minder dopamine verwerkt door het brein. Voorbeelden van deze gedeeltelijk stimulerende antipsychotica zijn aripiprazol, brexpiprazol en cariprazine.

Onderzoekers van de HAMLETT-studie vroegen zich af of er dan ook een verschil zit in het afbouwen van deze antipsychotica, en met name in het risico op een terugval. En als je al geleidelijk afbouwt, is langzamer dan nog steeds beter?

De onderzoeksopzet

Aan de HAMLETT-studie deden mensen uit heel Nederland mee die recent hersteld waren van een eerste psychose. Een deel van hen bouwde geleidelijk en onder begeleiding antipsychotica af. De een deed dat sneller dan de ander. De afbouwsnelheid en terugvalaantallen in de eerste 18 maanden na het verdwijnen van de psychose is onderzocht in 227 personen met een eerste psychose. Ongeveer 25% gebruikte sterk bindende medicatie, ongeveer 50% zwak bindende, en 25% gedeeltelijk stimulerende antipsychotica voor de dopamine D2-receptor.

De deelnemers komen uit de HAMLETT-studie en werden geadviseerd de afbouwschema’s uit de afbouwgids te volgen (1). In die afbouwgids wordt aangeraden om bijvoorbeeld 10 mg olanzapine af te bouwen in een periode van 20 weken. De onderzoekers berekenden hoe snel elke deelnemer had afgebouwd, en konden ook zien of dat sneller of juist langzamer was dan aanbevolen in de afbouwgids.

Terugval in een psychose werd als aanwezig of afwezig beoordeeld. Er was sprake van een terugval als iemand daarvoor was opgenomen in het ziekenhuis, als de arts vond dat er sprake was van een terugval, of bij een hoge score op een (PANSS)-interview.

De relatie tussen het krijgen van een psychotische terugval en het soort antipsychoticum (verdeeld in groepen op basis van D2-receptorbinding) én de relatie tussen een psychotische terugval en de afbouwsnelheid van antipsychotica werd zorgvuldig onderzocht met statistiek. Daarbij werd er rekening gehouden met leeftijd, geslacht, cannabisgebruik, en de duur van de eerste psychose. Ook werd gekeken hoe lang het duurde voordat iemand een terugval kreeg na het afbouwen.

Resultaten

Van alle 227 deelnemers die antipsychotica hebben afgebouwd, kreeg 46% een terugval en 16% is opgenomen geweest. Wat betreft de afbouwsnelheid zagen we dat de gemiddelde afbouwsnelheid van de gehele groep vergelijkbaar was met 10 mg olanzapine afbouwen in 11 weken. Hoewel dat ongeveer 2 keer zo snel is als de aanbevolen afbouwsnelheid in de afbouwgids, is dat nog steeds vrij geleidelijk. De afbouwsnelheid had geen invloed op terugval.

De gebruikers van gedeeltelijk stimulerende antipsychotica en antipsychotica met een lage bindingskracht hadden een lagere kans op een terugval dan de gebruikers van sterk bindende antipsychotica. De mensen die afbouwden met de sterk remmende antipsychotica ervoeren ook sneller een terugval. Terugvallen kwamen voor bij 58% van de mensen die afbouwden met sterk bindende antipsychotica, 42% voor laag bindende, en 41% voor gedeeltelijk stimulerende antipsychotica op de dopamine D2-receptor.

Kanttekeningen

Welke antipsychotica iemand gebruikt, is niet volledig willekeurig. De indicatie en mate van klachten kan van invloed zijn op het voorschrijfgedrag van de psychiater en dus op de uitkomst in terugval per middel. Het kan dus zo zijn dat iemand met een slechtere ziekteverwachting (indicatie) bijvoorbeeld juist sterker bindende antipsychotica krijgt voorgeschreven. Dan heeft iemand ook meer risico op een terugval vanuit ziekteverwachting. Al zagen de onderzoekers dat de groepen mensen niet verschilden op indicatie of ziekte-ernst voor het afbouwen. En de onderzoekers hebben alle resultaten gecorrigeerd voor deze mogelijke vertekening.

Dit artikel vond dat de snelheid waarmee je afbouwt geen effect heeft op terugval. Dat zou kunnen komen doordat iedereen al langzaam genoeg afbouwt. Dus als je al langzaam en onder begeleiding afbouwt, helpt nóg langzamer niet nog meer bij het voorkomen van een terugval. Maar langzaam afbouwen kan ook zeker geen kwaad en is zeker verstandig als iemand zich daar prettig bij voelt. Over die begeleiding: tijdens dit onderzoek hadden de deelnemers bijna wekelijks contact met een hulpverlener, waardoor terugval beter voorkomen kon worden. Als iemand terugvalklachten ervoer, werd het afbouwen stopgezet en eventueel de dosering weer verhoogd.

Conclusie

Wat kan je leren van dit onderzoek? Langzaam afbouwen blijft verstandig. Maar als je al langzaam en onder begeleiding afbouwt, is héél langzaam afbouwen niet per se nodig na een eerste psychose.
En bepaalde antipsychotica lijken minder risicovol om van af te bouwen dan anderen. Antipsychotica met een sterke binding (zoals haloperidol, risperidon en amisulpiride) hebben een groter risico op een terugval. Bij die medicatie is het verstandig om extra voorzichtig af te bouwen. Bij het afbouwen van laag D2-receptorbindende medicijnen (zoals olanzapine of quetiapine), of gedeeltelijk D2-receptorstimulerende medicijnen (zoals aripiprazol of brexpiprazol), komen minder terugvallen voor bij mensen die hersteld zijn van een eerste psychose.

Over de onderzoekers en interesse in afbouw

Shiral is een breed geïnteresseerde onderzoeker, met interesse in afbouw van antipsychotica. Zo heeft hij de afbouwgids antipsychotica mede tot stand gebracht. Ook deelde hij voor HAMLETT de deelnemers in om deel te nemen aan de afbouwgroep of aan de groep die langer de antipsychotica gebruikte. Onder andere daar heeft Shiral gemerkt dat er vele redenen zijn om af te willen bouwen met antipsychotica: de bijwerkingen, angst voor de lange termijn effecten, stigma-gevoelens bij het gebruik, het weer controle over het eigen leven willen. Geleidelijk afbouwen is daarbij het advies. Dit onderzoeksartikel met Franciska heeft Shiral gedaan om nog wat meer in detail te weten hoe het zit met afbouwsnelheid en welk effect het soort antipsychoticum heeft.

Franciska is neurowetenschapper in het UMC Groningen en doet onderzoek naar de voor- en nadelen van het vroegtijdig afbouwen van antipsychotica. Zij coördineerde onder andere de HAMLETT-studie en zag veel deelnemers in het noorden van Nederland. Toen ze deelnemers sprak, merkte ze op dat de een veel makkelijker afbouwt dan de ander en ze wilde weten waar dat aan lag. Franciska heeft ook onderzoek gedaan naar het effect van antipsychotica op het brein. Zo heeft ze een hersenonderzoek gedaan waarbij ze bekeek wat er in het brein gebeurt als mensen stoppen met antipsychotica. Samen met professor Iris Sommer en professor Marie-José van Tol heeft Franciska de tentoonstelling Brainstorm (2) gemaakt over het brein en mentale gezondheid in het Universiteitsmuseum Groningen. Voor TEDx (3) legt Franciska uit wat dopamine is en welk effect het heeft op je dagelijkse leven.

*Dit is een samenvatting van het artikel.

Gangadin, S. S., de Beer, F., Wijnen, B., Begemann, M., van Beveren, N., Boonstra, N., de Haan, L., Kikkert, M., Koops, S., van Os, J., Veling, W., Wiersma, S., HAMLETT‐OPHELIA Consortium, & Sommer, I. E. C. (2025). Risk of relapse during tapering of antipsychotic medication after a first psychotic episode: association with D2 receptor affinity but not with tapering speed. World psychiatry : official journal of the World Psychiatric Association (WPA)24(2), 240–249. https://doi.org/10.1002/wps.21315)

Andere verwijzingen:

1. Afbouwgids: https://assets-eu-01.kc-usercontent.com/2e33a617-818c-01cf-b1cc-592ff1c94103/6b05b94c-d327-4c8a-b649-b974930019ac/Afbouwgids_HAMLETT_november_2019_zonder.pdf

2. Brainstorm: te zien t/m januari 2026 www.rug.nl/museum/exhibitions/2025/brainstorm-the-human-brain-and-research

3. TEDx: https://www.youtube.com/watch?v=ypFLV2_WOg8

Meer lezen van Bram Rosema?

Meer lezen over Antipsychotica afbouwen en/of terugvalrisico?

Heb je een vraag?

Onze experts beantwoorden jouw vraag in het online Spreekuur van PsychoseNet. Gratis en anoniem.

Ken je de mini-College’s van PsychoseNet al?

Bekijk PsychoseNet college’s van Jim van Os over zorg en herstel, van depressie tot psychose.

Mini-college: Wat is het ecosysteem mentale gezondheid (GEM)
previous arrow
next arrow

Reacties

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *