Hoofdstuk 4
Miriam (pseudoniem) schrijft een blogreeks over het verlies van haar zoon, dit is hoofdstuk 4. In deze blog vertelt ze over haar verhuizing, met in haar boekenkast alleen nog de herinneringen aan het verlies van haar geliefde teckel. Het nieuwe begin confronteerde haar met het verlies van zowel haar hondje als haar zoon.
Verhuisd.
Geen teckel meer die schutterend een weg zou zoeken naar haar mand tussen de stapels dozen en bijeengezette huisraad. Haar as was in een kartonnen kokertje meeverhuisd en stond weggestopt in de boekenkast. Ze had besloten dat na het verlies van dit hondje een nieuw huisdier geen optie meer was. De foto van de kleine Belle stond op de kast en maakte haar vrolijk en droevig tegelijk. Nog niet alles had na de verhuizing een vaste plek gevonden, laat staan dat alles al was uitgepakt. Ze voelde zich verwant aan de teckel. Moeizaam bewoog ze zich door het huis, zoekend naar evenwicht. ” Gewoon doorgaan, je gaat het redden “, sprak ze zich zelf toe en keek naar buiten naar de enorme eik die vol in blad naast haar huis stond. Ze hoorde de jonge koolmezen piepen en een groepje kauwtjes ruziemaken.
Het mandje en etensbakje, rode halsbandje, jasjes voor regen en sneeuw, alles had ze samen in een doorzichtige opbergdoos gelegd. Er was later nog een ouwe sok met een tennisbal tevoorschijn gekomen: Bal in sok, knoop erin en zwaaien maar.
Die gekke teckel, herinneringen en verlies
Ze moest lachen bij de herinnering aan de als een gek opspringende teckel waarbij haar oren alle kanten op wapperden. Haar zoon zwaaide de sok in de rondte en de teckel overtrof zichzelf in uitzinnig geblaf dat op het hoogtepunt overging in extatisch gegil. Dan liet hij de sokbal schieten. Triomfantelijk werd de sok, na een geslaagde aanval, vakkundig gevierendeeld en als het duidelijk was dat er geen enkel leven meer in zat, voor de voeten van het baasje gedropt.
Nu lagen sok en bal bovenop het stapeltje. Alles ging naar zolder. De zolder van haar nieuwe huis.
Een bezoek in Londen
Een half jaar na de dood van haar zoon was ze een paar dagen in Londen op bezoek gegaan bij het jongste halfzusje van haar zoon. Ze woonde daar met haar man en hadden een paar maanden geleden hun eerste kindje gekregen. Ze wilde het kindje zien, had in haar eentje moeten reizen en had alle bezwaren over het reisje naar Engeland weggewuifd.
“De teckel heeft je zorg nodig”, had haar man gezegd. Want soms kreeg ze een epileptische aanval en haar man kreeg de pilletjes van de dierenarts met moeite in het maagje van de teckel. Heel gedwee hapte ze het stukje vlees met pil uit zijn hand, nadat hij haar op zijn schoot had getild. Hij hield haar kaken op elkaar en streek onder haar keel tot ze slikte.
“Zo”, dacht hij dan,” prima gedaan.”
Vervolgens keek hij opgelucht en zette haar op de grond. Hoe ze het voor elkaar kreeg wist hij niet maar binnen een seconde was het vlees doorgeslikt en lag het pilletje twee meter verder naast hem op het vloerkleed.
Wie kookte er dan?
Ze begreep hem wel. Hij wilde liever niet dat ze wegging. Hij had zijn praktijk, dat was alles wat hij nodig had om de dag door te komen. En hij zou haar missen. Want wie kookte er dan? Ook heel belangrijk. Ze regelde dat de hulp voor een warme maaltijd zou zorgen en wel meteen voor drie dagen zou koken. Het was een hele overwinning omdat de voorbereidingen veel zorg met zich meebrachten en ze zich er eigenlijk fysiek niet klaar voor voelde. Ze snakte ernaar om zelf verzorgd te worden. Het maakte haar kwaad en dat gaf haar net genoeg energie om het voor elkaar te krijgen.
Ze wilde perse op reis. Haar zoon had nauw contact gehad met zijn zusje en haar man. Ze konden goed met elkaar overweg. Hij had van haar zwangerschap geweten en zich erop verheugd. Hij zou oom worden en dat zouden ze vieren. Door haar komst zouden ze samen kunnen rouwen.
De warmte van het jonge gezin
Het jonge gezin woonde in een buitenwijk van Londen. De papa van de baby was in Londen geboren. Zijn moeder kwam uit Tanzania en hij was alleen door zijn moeder opgevoed. Hun dochtertje was een maand na de dood van haar zoon geboren. Op de foto zag ze een gelijkenis. Hij had dezelfde ogen en lach als haar zoon. Ze hunkerde naar de warmte van het jonge gezin en de liefde van een familie. Ze zocht troost.
Toen ze in Londen ’s nachts een telefoontje kreeg van haar man, overviel hij haar niet want van slapen was nog niet veel gekomen. Ontelbare emoties hielden haar overdag alert en ’s nachts wakker. Zijn stem klonk snel en gejaagd. Ze had gevreesd wat hij zou zeggen.
“De teckel kreeg vanavond een aanval, toen nog een en stopte ineens met ademen. Ik kreeg haar weer bij door in haar neus te blazen”, zijn stem brak.” Bij de dierenarts was het einde verhaal.”
“Wanneer kom je ook alweer naar huis? Ik heb haar buiten in de schuur in haar mandje gelegd. Net alsof ze slaapt. Zo wacht ze op je, ze is jouw hondje.”
“Het komt goed”, zei ze.
Ze dacht aan haar zoon. Het hondje was dol op hem geweest.
13 bloembolletjes, voor 13 prachtige jaren
Eenmaal thuis waren zij en haar man naar het park aan de rand van de stad gefietst. Zij had voor op de bagagedrager het stevig in een deken gewikkelde stijve lijfje. Haar man had een schep achterop zijn bagagedrager en aan zijn stuur 13 bloembolletjes. Een voor elk jaar dat ze hun leven had opgefleurd. Samen hadden ze vaak in het park op een bank bij de plas gezeten terwijl de teckel uit haar dak ging. Ze was nog een pup toen ze aan de lange lijn op het kroos dacht te gaan wandelen om een waterhoentje de stuipen op het lijf te jagen die door het groene tapijt aan het ploeteren was. De waterhoen zag de teckel aan voor een monster met kroos op zijn kop en alle volgende keren wisten alle waterhoenen wat hun te doen stond. Ze viste dan de teckel op de kant door de uitschuifbare hondenriem in te halen en dacht dat het een goede les was geweest. De teckel zou het echter nooit leren.
Veel later ging ze kijken of ze het bankje in het park terug kon vinden. De struiken stonden in bloei, klimop groeide rond de boomstammen en dode takken. Op het water lag een laag kroos en waterhoentjes ploeterden in het rond. In de bosjes langs de waterrand schemerde gele vlekjes. Verscholen op een vreemde plek stond een kluitje van 13 mini narcisjes in bloei.
“Ze miste de blafjes, het zacht vachtje”
Inmiddels had ze een zekere routine gevonden door druk te zijn met uitpakken en inrichten van haar nieuwe omgeving. Ze begon te voelen dat ze alleen op zichzelf was aangewezen en ze niets levends meer had om voor te zorgen, alleen te zorgen voor zichzelf. Ze was vergeten hoe dat eigenlijk voelde. Alleen met jezelf. Ze miste de blafjes, het zachte vachtje naast haar in bed. De ontmoetingen met de psychiater in Amsterdam zaten nog onder haar huid.
De gesprekken maalden door haar hoofd. Het begon te dringen.

Zelfportret van Miriam
Een moeder (Miriam) ontmoet een aantal jaren na de dood van haar zoon de psychiater die een korte periode de behandelaar van haar zoon was. Hun gedeelde verdriet over het verlies verbindt hun bij hun zoektocht naar de waarheid. De vriendschap werkt helend voor beiden. Met ups en downs.
Meer lezen van Miriam?
Meer lezen over Rouw en Verlies?
- Rouwverwerking, gewoon op je eigen manier
- Zonder te voelen – wat als rouwverwerking niet wordt vergoed?
- Steunpunt Verlies – Hulp en advies bij rouw en verlies
- Als je huisdier overlijdt – Een boek over steun en troost
Heb je een vraag?
Onze experts beantwoorden jouw vraag in het online Spreekuur van PsychoseNet. Gratis en anoniem.
Ken je de mini-College’s van PsychoseNet al?
Bekijk PsychoseNet college’s van Jim van Os over zorg en herstel, van depressie tot psychose.
Geef een reactie