Veel gezochte termen

Dopamine Supersensitiviteit Syndroom

Auteur

Jim van Os

Jim van Os is een herstelgerichte psychiater, hoogleraar psychiatrische epidemiologie en Voorzitter Divisie Hersenen, UMC Utrecht. Jim van Os werkt op het raakvlak van ‘harde’ breinwetenschap, gezondheidszorgonderzoek, kunst en subjectieve ervaringen van mensen met ‘lived experience’ in de GGZ. Jim is ook familielid van mensen met psychosegevoeligheid.

Dopamine Supersensitiviteit Syndroom

Antipsychotica kunnen een acute psychose dempen. Langdurige gebruik kan leiden tot het Dopamine Supersensitiviteit Syndroom (DPS).

Antipsychotica zijn middelen die een acute psychose kunnen dempen. Ook kunnen ze worden gebruikt om een nieuwe psychose te voorkomen. Soms gebruiken mensen ze gedurende vele jaren, of zelfs decennia lang. Sommige mensen krijgen te maken met het Dopamine Supersensitiviteit Syndroom (DPS).

Hoewel data uit landen als Finland laten zien dat mensen met psychose die regelmatig antipsychotica gebruiken langer leven dan patiënten die geen antipsychotica gebruiken, worden er toch steeds meer vragen gesteld bij het langdurig gebruik van antipsychotica. Hier beschrijven we wat precies de stand van zaken is, zodat mensen er hun voordeel mee kunnen doen.

Antipsychotica en gezondheid

Antipsychotica verhogen het risico op obesitas, hartritmestoornissen en stoornissen in de vetstofwisseling. In sommige gevallen zodanig dat er insulineresistentie en suikerziekte kan ontstaan. Nieuwere, zogenaamde tweede-generatie antipsychotica doen dit meer dan eerste-generatie antipsychotica. Antipsychotica dragen op deze manier bij aan de kortere levensverwachting van mensen die behandeld worden voor psychose.

De implicatie is: het gebruik van antipsychotica op de langere termijn moet in ieder geval tot een minimum worden gereduceerd of, waar mogelijk, worden gestopt. Er moet actief beleid zijn rond risico op gewichtstoename en suikerziekte.

Lange termijn onderzoek laat zien dat minstens 20%-30% van de mensen met psychose die antipsychotica gebruiken kan stoppen met de medicatie. Per persoon dient een balans te worden gevonden tussen de beschermende en de toxische effecten van de medicatie.

Antipsychotica en het brein

Neuroimaging onderzoek (MRI) van het brein bij patiënten met psychose laat veranderingen zien. Sommige van die veranderingen hebben mogelijk te maken met de psychosegevoeligheid zelf (of de omgevingsrisicofactoren die bijdragen aan psychosegevoeligheid, zoals trauma) maar het is ook duidelijk dat veel van de veranderingen te maken hebben met een reeks aan non-specifieke factoren zoals antipsychotica, roken, obesitas en gebruik van drugs.

Dieronderzoek heeft bevestigd dat antipsychotica bijdragen aan breinveranderingen. Het is niet bekend in hoeverre de effecten van antipsychotica op de geobserveerde breinveranderingen gepaard gaan met specifieke risico’s en in hoeverre er blijvende veranderingen kunnen optreden.

Antipsychotica en negatieve symptomen

Antipsychotica werken door mensen een beetje onverschillig te maken. Hierdoor neemt de ‘importantie’ of ‘belangrijkheid’ van de psychose af, en kunnen symptomen uiteindelijk verbleken. Het probleem echter is dat de door antipsychotica geïnduceerde onverschilligheid niet specifiek de psychose betreft, maar zich uitstrekt over alle ervaringen van de persoon. Emoties worden gedempt met als gevolg dat de persoon vlakker wordt en minder initiatief gaat nemen.

De mate waarin dit gebeurt verschilt van persoon tot persoon, maar kan een zeer beperkende impact hebben. Men noemt deze vervlakking door antipsychotica wel ‘secondaire negatieve symptomen’. Dit is verwarrend, want het is niet mogelijk om primaire (door de psychose) van secondaire (door de antipsychotica) negatieve symptomen te onderscheiden.

In de praktijk moet de vuistregel dan ook zijn: negatieve symptomen (vervlakking, initiatiefverlies) zijn een gevolg van de antipsychotica tot het tegendeel bewezen is.

Met andere woorden: het moet behandeld worden – en niet ten onrechte worden toegeschreven aan de psychose in plaats van aan de medicatie.

Maakt antipsychotica de psychose erger?

Het Dopamine Supersensitiviteit Syndroom (DPS)

Als iemand lang antipsychotica gebruikt zal het lichaam proberen te compenseren voor de effecten van de medicatie. Aangezien antipsychotica werken door de dopamine -D2-receptor te blokkeren, zal het lichaam trachten deze blokkade op de een of andere manier ongedaan te maken. Al in de jaren 60 van de vorige eeuw beschreef de wetenschapper Chouinard dat dit kan leiden tot “’supersensitiviteit’ van de dopamine-D2-receptor waardoor de psychosegevoeligheid juist kan toenemen in plaats van afnemen.

Symptomen van het Dopamine Supersensitiviteit Syndroom zijn dan ook:

  • Abnormale bewegingen – ook wel tardieve dyskinesie genoemd
  • Toenemende psychosegevoeligheid
  • Steeds meer medicatie nodig hebben om psychose te onderdrukken
  • Steeds vaker psychotische ontregeling na stressvolle gebeurtenissen

Hoewel het bestaan van DPS nog niet ‘keihard’ is aangetoond, wordt er in de praktijk in toenemende mate rekening mee gehouden. Zo is er onderzoek dat suggereert dat mensen die minder medicatie gaan gebruiken, of zelfs stoppen met medicatie, de eerste jaren weliswaar meer kans hebben op een nieuwe psychose (mogelijk door de ‘supergevoelige’ D2-receptor), maar op de langere termijn (als de ‘supergevoelige’ D2-receptor tot rust is gekomen) beter functioneren dan mensen die doorgaan met de normale, hogere dosis.

Veel psychiaters zijn echter nog weinig bekend met DPS

Het is belangrijk om DPS in een vroeg stadium te herkennen, om te voorkomen dat mensen eindigen met een mega-dosis antipsychotica en een sterk toegenomen psychosegevoeligheid.

Het gebruik van het antipsychoticum clozapine kan soelaas bieden, omdat dit minder sterk ‘plakt’ op de D2-receptor zodat de receptor als het ware tot rust kan komen en de psychosegevoeligheid kan afnemen, net als de abnormale bewegingen. Ook laat dieronderzoek zien dat de zogenaamde ‘partiele dopamine agonisten‘ mogelijk minder risico geven op DPS.

Conclusie antipsychotica en dopamine

Het denken rond antipsychotica is snel aan het veranderen (zie ook de blogs van Tom van Wel hierover). Wie antipsychotica gebruikt moet in ieder geval rekening houden met het risico op DPS. Artsen die antipsychotica voorschrijven moeten dit eveneens.

Reeds vanaf het allereerste begin van het antipsychoticagebruik moet actief gestreefd worden naar strategieën om de dosis tot een minimum te reduceren, met oog voor de lichamelijke gezondheid en effecten op het brein. Partiele dopamine agonisten of clozapine kunnen een alternatief zijn.

De site Act in Actie is gericht op leren omgaan met psychotische verschijnselen, dit wordt in de praktijk veel te weinig toegepast. Mensen de weg terug helpen vinden naar opleiding en werk – op aangepast niveau waar nodig – is wellicht nog het beste medicijn: meedraaien in de sociale wereld is helend voor brein en geest.

Heb je een vraag?

De experts van PsychoseNet beantwoorden je vraag in het online Spreekuur, bijvoorbeeld over het Dopamine Supersensitiviteit Syndroom.

Meer lezen over dit onderwerp?

Ken je de webshop van PsychoseNet al?

We verkopen boeken met goede, betrouwbare informatie over psychose, trauma, herstel en meer.

Gerelateerd

Meer over

antipsychotica
Dopamine
Medicatie

Lees ook