We kennen het woord allemaal: protocol. Het klinkt veilig, alsof er een duidelijke weg is die je kunt volgen. In de GGZ heeft het woord bijna een magische lading gekregen. Het suggereert dat er een vast recept bestaat om psychisch lijden te verlichten. Maar klopt dat eigenlijk wel? Kan een protocol in de GGZ niet ook op een heel andere, misschien wel veel behulpzamere manier worden gebruikt?
Welke rol speelt een protocol?
Het woord protocol roept vaak het beeld op van een routekaart voor professionals. Een standaard diagnostisch stappenplan, een richtlijn, een behandeltraject. Handig, want zo lijkt er structuur te zijn in de chaos. Maar er zit ook een gevaar in: dat een protocol verandert in een automatische piloot. Iemand vertelt zijn verhaal, wordt in een categorie geplaatst, en hup – het behandelprotocol gaat van start. Zonder dat er nog veel ruimte is voor ontmoeting, luisteren, samen zoeken.
Toch kan een protocol in de GGZ ook iets heel anders betekenen. Wie psychisch lijdt, ervaart vaak dat het leven vernauwd is tot een tunnel. Je voelt je overgeleverd aan iets dat dwingend is en alles in zijn greep houdt. In zo’n situatie kan een persoonlijk protocol juist steun geven. Niet omdat het je wordt opgelegd, maar omdat je er samen met je hulpverlener aan hebt gewerkt. Het is een vaste manier van werken die jou helpt om grip te krijgen en een stap te zetten uit die tunnel.
Een protocol werkt alleen als het iets is waar jij je in herkent
Neem Laura, die last heeft van angstaanvallen. Zij ontdekte dat het voor haar enorm helpt om een ochtendprotocol te hebben: opstaan, tien minuten rekken en strekken, koffie zetten, en daarna drie dingen opschrijven waar ze die dag haar aandacht op wil richten. Het klinkt eenvoudig, maar dit vaste ritueel geeft haar houvast en voorkomt dat ze meteen overspoeld raakt.
Of denk aan Jamal, die stemmen hoort en zich daar vaak machteloos door voelt. Samen met zijn begeleider maakte hij een protocol: zodra de stemmen te dwingend worden, belt hij zijn zus, zet hij zijn koptelefoon op met muziek die hem rustig maakt, en gaat hij een kwartier wandelen. Het is geen wondermiddel, maar het helpt hem wel om niet kopje-onder te gaan.
En dan is er Marijke, die na een depressie merkte dat ze snel terugviel in piekeren. Haar protocol bestond uit vijf vaste afspraken met een creatieve therapeut. Niet omdat dat “volgens de richtlijn” moest, maar omdat zij voelde: als ik mijn handen gebruik om iets te maken, komt er lucht in mijn hoofd. Dat werd háár manier om uit de tunnel te komen.
Het sleutelwoord is dus: samen. Een protocol werkt alleen als het iets is waar jij je in herkent, iets wat jij mede hebt vormgegeven. Dan wordt het geen keurslijf, maar een bondgenoot.
Een protocol dat niet voorschrijft, maar uitnodigt
Misschien moeten we het woord protocol in de GGZ heroveren. Niet als instrument van bureaucratie, maar als gezamenlijke afspraak die richting geeft. Een protocol dat niet voorschrijft, maar uitnodigt. Dan wordt het niet een vijand die je vrijheid beperkt, maar een vriend die je helpt om nieuwe ruimte te vinden.
En jij? Wat zou jouw persoonlijke protocol kunnen zijn – een klein vast ritueel of afspraak die je helpt om uit de tunnel te komen?
Meer lezen van Jim van Os?
Meer lezen over persoonlijke zorg in de GGZ?
- Individuele Zorg – info van PsychoseNet
- Verschillende vormen van behandeling – info van PsychoseNet
- Waarom de GGZ vastloopt en wat we eraan kunnen doen
- Nieuw model van psychisch lijden – Jim van Os & de Nieuwe GGZ
Heb je een vraag?
Onze experts beantwoorden jouw vraag in het online Spreekuur van PsychoseNet. Gratis en anoniem.
Ken je de hoofdstukken van PsychoseNet al?
De professionals van PsychoseNet schreven deze hoofdstukken met betrouwbare, hoopgevende informatie.