Veel gezochte termen

Alles over medicatie

Alles over stemmingsstabilisatoren

Stemmingsstabilisatoren, zoals lithium, zijn medicatie voor de bipolaire stoornis die ondersteuning kunnen bieden bij stemmingswisselingen.

Stemmingsstabilisatoren, zoals lithium, zijn een vorm van medicatie voor de bipolaire stoornis. Ze kunnen ondersteuning bieden bij depressie, manie of snel veranderende stemmingswisselingen.

De meest bekende stemmingsstabilisator is lithium en wordt vaak voorgeschreven in de behandeling van een bipolaire stemmingsstoornis of wel manisch-depressieve stoornis.

Stemmingsstabilisatoren als ‘veiligheidsgordel’

Stemmingsstabilisatoren kunnen stemmingswisselingen helpen beheersen en soms doen afnemen. Het wordt veel gebruikt als medicatie voor de bipolaire stoornis. Mensen die last hebben van zowel depressieve als manische en/of psychotische klachten, zijn vaak aangewezen op deze vorm van medicatie.

Vaak wordt deze medicatie preventief voorgeschreven na een eerste acute ontregeling of crisis. Om te voorkomen dat zo’n crisis nog een keer plaatsvindt, wordt aangeraden deze medicatie langdurig te gebruiken.

Medicatie voor de bipolaire stoornis

Ter illustratie:

Mensen met psychosegevoeligheid in combinatie met stemmingsproblemen (bijvoorbeeld een diagnose bipolaire stemmingsstoornis of manisch-depressiviteit), kunnen baat hebben bij dergelijke medicatie. De euforie die kan ontstaan tijdens een (hypo)manie wordt geremd, waardoor een psychose wordt voorkomen.

Stemmingsstabilisatoren werken als een soort ‘veiligheidsgordel’, zodat iemand in een manische fase niet doorschiet in een psychose.

Typen stemmingsstabilisatoren [merknaam] (en de werkzame stof)

  • Lithium [Priadel, Camcolit, Litarex] (Lithiumcarbonaat)
  • Carbamazepine [Tegretol, Carbymal]
  • Valproaat [Depakine, Convulex, Propymal (Valproïnezuur)
  • Lamictal [Lamictal] (Lamotrigine)

Lithiumvergiftiging

Te veel lithium in je bloed kan een lithiumvergiftiging (ook wel lithiumintoxicatie) veroorzaken. Dit is een ernstige toestand waardoor blijvende schade op kan treden. Direct maatregelen nemen is dan ook noodzakelijk.

Een lithiumvergiftiging kan geleidelijk ontstaan. Soms heeft de omgeving het eerder in de gaten dan de persoon die de medicatie slikt. Bij een gelijkblijvende dosering is de oorzaak meestal een vocht- en zouttekort (of te veel vocht- en zoutverlies). Een vergiftiging kan ook optreden als iemand te veel lithium inneemt. Een lithiumvergiftiging is goed te voorkomen door zorgvuldig gebruik en regelmatige controle van de lithiumspiegel.

De kans op een lithiumvergiftiging neemt toe in de volgende situaties:

  • Diarree en/of braken;
  • Overmatig vochtverlies door transpireren (bijvoorbeeld door intensief sporten, bezoek aan de sauna en warme weersomstandigheden) en onvoldoende drinken;
  • Extreem dieet of zoutarm dieet;
  • Eetlustverlies, bijvoorbeeld tijdens een acute ziekte of hoge koorts;
  • Gebruik van bepaalde medicijnen zoals plastabletten, bepaalde pijnstillers (niet bij paracetamol!), bepaalde medicijnen tegen hoge bloeddruk en bepaalde antibiotica.

Wat zijn verschijnselen van een lithiumvergiftiging?

Bij een lithiumvergiftiging zie je een toename van ‘gewone’ bijwerkingen zoals:

  • Beven, misselijkheid, braken, buikkramp en diarree;
  • Concentratieverlies, sloomheid, sufheid en slaperigheid;
  • Zwaar gevoel in armen en benen, spierzwakte;
  • ‘Dronkemans ‘ gang en/of ‘dronkemans’ spraak;
  • Verwardheid, spiertrekkingen en toevallen.

Als één of meer van deze verschijnselen optreden moet de inname van lithium tenminste tijdelijk gestopt worden en moet je een psychiater en/of huisarts waarschuwen. Daarnaast kun je alvast extra zout en vocht innemen, bijvoorbeeld in de vorm van een of twee koppen bouillon.

Controles bij lithiumgebruik

Bij het gebruik van lithium moet regelmatig (in het begin wekelijks, later elke maand en op de lange termijn elke 3 tot maximaal 6 maanden) de hoeveelheid lithium in het bloed bepaald worden om te zien of deze niet te hoog of te laag is. Waardes tussen 0,6 – 0,8 mmol/l worden als normaal aangehouden. Verder worden in het bloed de nier- en schildklierfunctie gecontroleerd en wordt je gewicht in de gaten gehouden.

Welke medicatie werkt het best?

Elk lichaam is anders en elk persoon reageert anders op medicatie. Door goed samen te werken met je psychiater, behandelaar en/of sociaal psychiatrische verpleegkundigen kan een steeds betere behandeling worden gegeven. Aan de ene kant gaat het erom dat de medicatie goed werkt.

Aan de andere kant is het van belang dat de werkzaamheid opweegt tegen de nadelige gevolgen zoals de bijwerkingen die door het gebruik van de medicatie kunnen optreden.

Bijwerkingen

Medicatie hebben het doel om symptomen te verminderen of weg te nemen. Tegelijkertijd kunnen door het gebruik van medicatie ook weer nieuwe symptomen en klachten ontstaan. Lees goed de bijsluiter om te weten welke mogelijke bijwerkingen er kunnen optreden. 

Voorbeelden van bijwerkingen bij stemmingsstabilisatoren zijn:

  • Gewichtstoename
  • Misselijkheid
  • Tremor (zoals trillende handen)
  • Irritaties aan de huid
  • Problemen met lever en nieren
  • Vermoeidheid
  • Lusteloosheid
  • Stijve spieren
  • Soms depressiviteit en suïcidaliteit

Stoppen met het gebruik van stemmingsstabilisatoren

Wanneer je medicatie wilt afbouwen, is het van belang om dit in goed overleg te doen met de behandelaar die je medicatie voorschrijft.

Bekijk de animatie “Hoe kom ik van medicatie af?”

Om een terugval te voorkomen, dient er op een verantwoorde manier te worden afgebouwd. Ook is het belangrijk dat iemand (bijvoorbeeld je behandelaar) het afbouwproces volgt om risico’s op terugval te voorkomen. 

Bij plotseling stoppen, kunnen er ook ontwenningsverschijnselen optreden. Om zorgvuldig en nauwkeurig af te kunnen bouwen kan in overleg met de apotheek gezorgd worden voor aangepaste dosering van medicatie in de vorm van taperingstrip.

Heb je een vraag?

Onze experts beantwoorden jouw vraag in het online Spreekuur van PsychoseNet. Gratis en anoniem.

Ken je de mini-College’s van PsychoseNet al?

Bekijk ook de PsychoseNet college’s van Jim van Os over zorg en herstel, van depressie tot psychose.

Mini-college: Wat is het ecosysteem mentale gezondheid (GEM)
Mini-college: Wat is het ecosysteem mentale gezondheid (GEM)
Mini-college: Mini-college: Waarom moeten we af van diagnoses als depressie? door Jim van Os
Mini-college: Wat heb je nodig voor een goede behandeling?
Mini-college: Wat betekenen de DSM-diagnoses die bij psychose gesteld worden?
Mini-college: Wat is het probleem met de diagnose schizofrenie?
Mini-college: Wat is psychisch lijden – en wat doe je er aan?
Mini-college: Mini-college: Waarom moeten we af van diagnoses als depressie?
Mini-college: Wat heb je nodig voor een goede behandeling?
Mini-college: Wat is psychisch lijden en wat doe je er aan?
previous arrow
next arrow