Er bestaan meerdere soorten antipsychotica. Vroeger werd wel onderscheid gemaakt tussen de zogenaamde eerstegeneratie (oudere) antipsychotica en de tweedegeneratie (nieuwere) antipsychotica.
Er is echter niet een duidelijk verschil tussen deze twee groepen. Het is beter om er van uit te gaan dat elk antipsychoticum weer anders is. Of een bepaald middel voor jou gaat helpen kun je niet voorspellen: het is een kwestie van trial-and-error. Welk middel werkt en voor wie is heel persoonlijk. De bijwerkingen zijn per middel beter te voorspellen (hier hebben we dan ook een vergelijkingstool voor gemaakt), maar ook dit is behoorlijk persoonlijk. Dit alles kan betekenen dat het eerste middel dat je krijgt aangeboden niet direct goed aansluit bij jou als persoon, ofwel vanwege te weinig werking ofwel vanwege teveel bijwerking.
De oudere antipsychotica
De eerste generatie antipsychotica waren de eerste in hun soort die beschikbaar werden gesteld voor gebruik. Ze worden sinds de jaren ‘50 voorgeschreven en waren lange tijd het dominante middel voor de behandeling van psychoses. Ook nu worden ze nog veel gebruikt.
Onderstaande medicaties zijn voorbeelden van de meest voorkomende eerstegeneratie antipsychotica. Ze zijn geordend op de werkzame stof, de merknaam staat tussen haakjes.
- Broomperidol (Impromen)
- Chloorprotixeen (Trucal)
- Chloorpromazine (Largactil)
- Clopixol – depot
- Fluanxol – depot
- Flufenazine (Anatensol)
- Flupentixol (Fluanxol)
- Fluspirileen (Imap)
- Haldol Decanoaat – depot
- Haloperidol (Haldol)
- Impromen Decanoaat – depot
- Levomepromazine (Nozinan)
- Penfluridol (Semap)
- Perfenazine (Trilafon)
- Periciazine (Neuleptil)
- Pimozide (Orap)
- Pipamperon (Dipiperon)
- Trifluoperazine (Terfluzine)
- Sulpiride (Dogmatil)
- Zuclopentixol (Cisordinol)
De wat nieuwere antipsychotica
De tweede generatie antipsychotica zijn voortgekomen uit de eerste generatie medicijnen. Ze zijn echter niet duidelijk beter en hebben ieder hun eigen bijwerkingen. .
Onderstaande medicaties zijn voorbeelden van de wat nieuwere antipsychotica. Ze zijn geordend op de werkzame stof, de merknaam staat tussen haakjes.
- Amisulpiride (Aktiprol)
- Aripiprazol (Abilify)
- Aripiprazol (Maintena) – depot
- Brexpiprazole (Rxulti)
- Cariprazine (Reagila)
- Clozapine (Leponex)
- Lurasidon (Latuda)
- Olanzapine (Zyprexa)
- Paliperidon (Invega) – depot
- Paliperidone palmitate (Xeplion, Trevicta) – depot
- Quetiapine (Seroquel)
- Risperidone (Risperdal)
- Risperidon (Consta) – depot
- Sertindole (Serdolect)
Clozapine
Clozapine is een ‘tweede generatie’ antipsychoticum dat iets anders lijkt te werken dan de andere medicijnen. Het wordt vaak gegeven aan mensen die ‘therapieresistent’ zijn, wat betekent dat meerdere andere medicaties niet goed hebben geholpen om hun klachten te verminderen.
Clozapine is over het algemeen redelijk goed werkzaam, hoewel wetenschappelijk gezien niet echt duidelijk is of het beter is dan andere antipsychotica. En er zijn ook nadelen. Een zeldzame bijwerking van Clozapine is dat het de aanmaak van witte bloedcellen kan onderdrukken. Dit kan je immuunsysteem beïnvloeden en daarom is het belangrijk dat je regelmatig je bloed laat controleren.
Vergelijk diverse soorten antipsychotica met onze Keuzetool
Vergelijk diverse antipsychotica en hun bijwerkingen met onze handige Antipsychotica Keuzetool.
Antipsychotica kunnen forse bijwerkingen geven
Dit verschilt per medicijn. Je kunt niet van tevoren voorspellen welk middel bij jou het beste zal werken, het is een kwestie van proberen. Gelukkig zijn de bijwerkingen van de verschillende medicijnen wat beter te voorspellen. Je kunt het beste kiezen op de bijwerkingen. Met de Antipsychotica Keuzetool van PsychoseNet kun je de bijwerkingen van diverse antipsychotica met elkaar vergelijken.
Ken je de mini-College’s van PsychoseNet al?
Bekijk ook de PsychoseNet college’s van Jim van Os over zorg en herstel, van depressie tot psychose.